50 days intro

50 days banner

Internationaal recht

Het internationaal recht staat al sinds de oprichting van de Verenigde Naties (VN) centraal in de missie van de internationale organisatie. Het internationaal recht, ook volkenrecht genoemd, is het recht dat gehanteerd wordt voor relaties tussen staten.

Zoals eerder vermeld in deze reeks, werd in het Handvest van de VN vastgelegd dat de lidstaten op een vreedzame manier en conform met het internationaal recht hun geschillen moeten beslechten of een einde maken aan situaties die een bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid vormen. De VN stelt zich tot doel om “omstandigheden te scheppen waaronder gerechtigheid, alsmede eerbied voor de uit verdragen en andere bronnen van internationaal recht voortvloeiende verplichtingen kunnen worden gehandhaafd”.

Eén van de belangrijkste verwezenlijkingen van de VN zijn dan ook de bijdragen die ze levert aan het internationaal recht. De VN doet dit door het uitbreiden van het geheel aan conventies, akkoorden, verklaringen en normen. De Algemene Vergadering van de VN kan bovendien studies uitvoeren en aanbevelingen formuleren voor de verdere ontwikkeling en codificering van het internationaal recht.

Beslechting van geschillen tussen staten

Internationaal Gerechtshof (ICJ)

De functie van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) stoelt op de overtuiging van de VN dat conflicten tussen landen op een vreedzame manier en conform met het internationaal recht opgelost kunnen worden.

Het ICJ beslecht juridische geschillen tussen landen en formuleert adviezen over juridische kwesties die ingediend worden door de bevoegde VN-organen en gespecialiseerde agentschappen. Het ICJ berecht dus geen individuen.

Internationaal strafrecht

Speciale strafhoven en tribunalen

De VN is betrokken geweest bij de creatie van verschillende rechtbanken om individuen die zich schuldig hebben gemaakt aan genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden te vervolgen. De VN-Veiligheidsraad heeft in het verleden twee speciale tribunalen opgericht, het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië (ICTY) en het Internationaal Straftribunaal voor Rwanda (ICTR). De VN was eveneens betrokken bij  de oprichting van het Speciale Tribunaal voor Sierra Leone (2002), de Buitengewone Kamers in de Gerechten van Cambodja (2006) en het Speciale Tribunaal voor Libanon (2007).

Internationaal Strafhof (ICC)

De bloedbaden in Cambodja, voormalig Joegoslavië en Rwanda duidden op de dringende noodzaak van een permanent internationaal hof bevoegd voor de vervolging van misdaden tegen de menselijkheid. Op basis van het Statuut van Rome, werd in 2002 het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag opgericht. Het ICC is bevoegd om personen die zich schuldig maken aan genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden te vervolgen.

Het ICC is onafhankelijk en behoort niet tot het VN-systeem. De VN-Veiligheidsraad kan onder hoofdstuk zeven van het Handvest wel een situatie doorverwijzen naar het ICC. Het hof is “complementair aan nationale strafrechtelijke rechtsgebieden”, zoals benadrukt wordt in de preambule en artikel 1 van het Statuut van Rome. Bijgevolg blijven staten primair verantwoordelijk voor de bestrijding van straffeloosheid. Het ICC kan alleen tussenbeide komen wanneer ernstige misdrijven op het grondgebied van een staat zijn gepleegd of wanneer de betreffende staat niet de wil of het vermogen heeft zijn verantwoordelijkheden op zich te nemen.

De ‘rule of law’

De Verenigde Naties definieert de ‘rule of law’, de eerbiediging van de rechtstaat, als een principe van bestuur waarin alle personen, private en publieke instituties en entiteiten, inclusief de staat zelf, aansprakelijk zijn volgens de wet. De wetgeving moet consistent zijn met de internationale mensenrechten, normen en standaarden en alle wetten moeten gelijk nageleefd en onafhankelijk berecht worden.

Binnen het VN-systeem ligt de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van activiteiten binnen dit domein bij de ‘Rule of Law Coordination and Resource Group’ (RoLCRG), dewelke wordt voorgezeten door de adjunct-secretaris-generaal van de VN. Twintig verschillende VN-entiteiten zijn lid van de RoLCRG omwille van de belangrijke normatieve componenten in hun mandaat, de activiteiten van bijvoorbeeld het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP) en het Bureau van de Hoge Commissaris van de VN voor de Mensenrechten (OHCHR) zijn nauw betrokken bij het versterken en waarborgen van de rechtstaat.

Het Departement Vredesoperaties (DPKO) en de UNDP zijn daarnaast ook nog verantwoordelijk voor de leiding over het ‘Global Focal Point for Police, Justice and Corrections Areas in the Rule of Law in Post-conflict and other Crisis Situations’. Deze instantie staat specifiek in voor het versterken van de rechtstaat in (post-)conflictgebieden.