Caroline Petit

Caroline Petit

Caroline Petit is adjunct-directeur van UNRIC, het regionale informatiecentrum van de Verenigde Naties. Ze werkt al 25 jaar in het veld van strategische communicatie en medialandschap, op internationaal niveau. Ze kwam in 2001 bij de VN en werd eerst aangesteld als hoofd van de Media Partnerships Unit op het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York voordat ze in 2013 lid werd van UNRIC. 

Wat is uw academische achtergrond, en hoe heeft dit volgens u uw carrière beïnvloed?

Ik studeerde Journalistiek en Communicatie aan de Université Libre de Bruxelles.

Voor mij gaat de journalistiek in essentie over een gemoedstoestand die je drijft om de wereld te verkennen. Ik vind dat nieuwsgierigheid en openheid belangrijke aspecten zijn in een omgeving als UNRIC. Ons communicatieteam houdt zich dagelijks bezig met een verscheidenheid aan onderwerpen en projecten, waarvoor we allemaal tot op zekere hoogte interesse moeten tonen.

In onze lijn van werk is het ook belangrijk om een vorm van communicatie te vinden die logisch is voor elk van onze partners, om hen te helpen het verhaal van de VN effectief te vertellen. Dit impliceert de taak om complexe en veelzijdige vraagstukken waarmee we te maken hebben- zoals migratie, klimaatverandering, duurzaamheid of de “duurzame ontwikkelingsdoelstellingen” – op te splitsen in een vorm die gemakkelijk en snel kan worden begrepen. Mijn studies hebben me zeker geleerd om “duidelijk” en effectief te communiceren door de juiste toon en stijl te vinden.

Als ik terugblik op mijn carrière , heeft mijn opleiding in fondsenwervingstechnieken aan de New York University me ook belangrijke vaardigheden geleerd. Fondsenwerving gaat echt over het verwerven van belangrijke onderhandelingsvaardigheden en het bouwen van strategische relaties. Ik gebruik die vaardigheden vandaag nog steeds, omdat ze me hebben geholpen een sterk netwerk van EU-VN-partners uit te bouwen. Die partnerschappen zijn van cruciaal belang om het VN-verhaal te vertellen aan nieuwe doelgroepen.

Wat was uw eerste job, zowel na het afstuderen als binnen de Verenigde Naties?

Ik werkte eerst als EU-stagiair bij de Europese Commissie. Tijdens mijn stage assisteerde ik bij de organisatie van het project “Sail for Europe” – een zeilrace die de Atlantische Oceaan oversteekt van Europa naar de VS om de gemeenschappelijke waarden van vrede en democratie tussen de twee continenten te promoten. Het doel om waarden door te geven via publieke evenementen bleef een van de kerndoelen tijdens de verschillende opdrachten die ik had. Kort daarna werd ik lid van de Europese Commissie om deel uit te maken van het oprichtende team van het EU-mediaprogramma voor de promotie van de Europese filmindustrie.

Na 14 jaar promotie van de Europese filmindustrie vanuit het VK, Denemarken en de VS voelde ik de drang om mijn kennis en vaardigheden op een nieuwe, andere manier te gebruiken. Toevallig stuitte ik op een nationaal recruteringsexamen voor de VN. Ik solliciteerde en uiteindelijk kreeg ik na een lang proces van 6 jaar een positie aangeboden binnen de Dienst Publieke Informatie  op het VN Hoofdkwartier. Ik ben begonnen als een junior manager in de promotie- en distributie-eenheid in de VN-nieuws- en mediaafdeling. Enkele jaren later werd een “Partnership Unit” gecreëerd en ik werd gevraagd om het te beheren.

Wat houdt uw huidige job in en wat zijn de meest uitdagende en de meest lonende aspecten ervan?

Als adjunct-directeur van UNRIC faciliteer ik het werk van mijn collega’s bij UNRIC om het VN- verhaal te vertellen aan het Europese publiek – in 22 landen, via een website met 13 talen. Daartoe werken we nauw samen met de 26 Brusselse VN-agentschappen, de EU-instellingen, de media, het maatschappelijk middenveld en de private sector. De Europese diversiteit en de culturele rijkdom ervan kan soms uitdagend zijn wat betreft de communicatie, omdat elke regio een op maat gesneden communicatiestrategie vereist. Toch is het geruststellend en lonend om bruggen te bouwen tussen de VN en geëngageerde partners zoals de EU die een gemeenschappelijke agenda delen om vrede en wederzijds begrip te bevorderen.

Welke ervaring, functie of geografische plaatsing binnen het VN-systeem is voor u het meest gedenkwaardig/memorabel geweest?

Ik heb het geluk dat ik veel memorabele verhalen heb, zowel op het hoofdkantoor als op het terrein bij UNRIC. Een leuk verhaal hier in Brussel was de ontmoeting met Amal Amjahid. Om de VN-dag en de Together-campagne te vieren, nodigde ik Amal Amjahid uit, een jonge, 20-jarige Belgische wereldkampioene in Braziliaanse Jiujitsu en van Marokkaanse afkomst. Amal ontmoette de VN-collega’s in Brussel, deelde haar verhaal en vertelde ons hoe sport en passie haar hebben geholpen om te integreren in haar gastland, België. Ze ontroerde ons allen door haar toewijding, vastberadenheid en positieve aard – het was een echt en authentiek moment van “saamhorigheid” voor ons allen. Sindsdien zet Amal haar gouden medailles in ter ondersteuning van vrouwenrechten alsook de VN-campagne “No to Violence Against Women”. Daarnaast bezoekt ze regelmatig UNRIC- evenementen, zoals Ciné-ONU, met jonge medeleerlingen van haar Molenbeekse sportclub.

Wat wordt volgens u over- of onderschataan werken voor de Verenigde Naties en welk belangrijk en concreet advies zou u geven aan jongeren die vandaag een loopbaan bij de VN aspireren?

Het wordt vaak onderschat dat zelfs minieme bijdragen een grote impact kunnen hebben op het leven van anderen. Het verhaal van Amal en vele anderen heeft me laten inzien hoe je, door de juiste partners te identificeren, de VN boodschap kunt versterken en de effecten ervan kunt vermenigvuldigen.

Tegelijkertijd, net als bij elke andere organisatie, is de VN ook niet perfect. Het is een microkosmos met zijn eigen onbewuste vooroordelen en competitieve geest. Zowel de impact van het voorgaande als de institutionele cultuur kunnen door VN-nieuwkomers worden onderschat.

Als advies voor diegenen die deel willen uitmaken van de VN, zou ik afgestudeerden aanraden om eerst ervaring op te doenop het terrein, bijvoorbeeld bij een NGO of een stichting, of zelfs in de privésector. Op die manier doe je ​​praktische ervaring op; kom je te weten wat de professionele wereld in de eerste plaats inhoudt; je ontwikkelt je vaardigheden; je krijgt digitale vaardigheden beter onder de knie; je schaaft je talenkennis en je leert in het openbaarspreken; en je wordt wat “rijper” met de jaren. Echter, enthousiasme, een positieve instelling, talent en vastberadenheid worden bij de VN zeer verwelkomd, net zoals in elke andere door mensen aangedreven werkomgeving.