SDG 14 - Behoud en maak duurzaam gebruik van oceanen, zeeën en maritieme hulpbronnen

Waterbronnen, en de manier waarop ermee omgegaan wordt, hebben een impact op de maatschappij en de economie, vooral op vlak van gezondheid, voedselproductie, hygiëne, energie, industrie en de werking van ecosystemen. Daarnaast zijn visvangst en visteelt de bron van inkomsten voor ongeveer 540 miljoen personen (zo’n 8% van de wereldbevolking).

Verontreiniging van de zee is een enorme plaag voor het milieu. Het kan schadelijke effecten veroorzaken voor in zee levende organismen en ecosystemen. De verandering van de waterkwaliteit kan leiden tot een verlies aan biodiversiteit, gezondheidsrisico’s voor de mens en kan activiteiten op zee belemmeren, waaronder vissen, toerisme en hobby’s.

Naar schatting 70 tot 80% van het afval dat op zee en aan de kust teruggevonden wordt, is afkomstig van het vasteland, 60 tot 95% van het afval op de bodem van de zee is plastic, voornamelijk verpakkingen als boodschappentassen, flessen, etc.

Drijvende vuilnisbelt

Een heuse ‘drijvende vuilnisbelt’ heeft zich gevormd in het noordelijke deel van de Stille Oceaan. De afvalsoep heeft een omvang van 3,5 miljoen km², ongeveer 45 keer de de oppervlakte van de Benelux of 6 keer de oppervlakte van Frankrijk. Een andere afvalsoep, met een omvang van twee keer Frankrijk, is ontdekt in het noorden van de Atlantische Oceaan. Deze ‘drijvende vuilnisbelten’ hebben zich gevormd door een opeenhoping van verschillende soorten afval, maar bestaan voor een groot deel uit micropartikels van plastic die een voortdurende bedreiging vormen voor het leven in de zee.

Ook overbevissing is een bedreiging. Volgens de FAO verminderen zeven van de tien meest belangrijke vissoorten in omvang en is 29% van de vissoorten met totale uitsterving bedreigd. Twee bekende voorbeelden hiervan zijn de blauwvintonijn, waarvan het aantal met 80% zal dalen tegen 2050, en de walvissen, waarvan er tijdens de 20ste eeuw naar schatting 3 miljoen gedood zijn. Dit alles ondanks het bestaan van de Internationale Commissie voor de Walvisvaart, die bevoegd is voor de reglementering van de walvisjacht. Naast de impact op het milieu leidt het slechte beheer van de visserijen volgens de FAO tevens tot een verspilling van naar schatting 50 miljard dollar per jaar.

Biodiversiteit

De biodiversiteit heeft eveneens onder de klimaatverandering te lijden. Sinds 1998 zijn de zogenaamde ‘woestijngebieden’ in oceanen (zonder algen of vissen) uitgebreid met 6,6 miljoen km² (+15%), met name in het noorden van de Atlantische Oceaan. Verder zorgen overtollige meststoffen uit afvalwater en landbouwafval voor een vermenigvuldiging van zuurstofarme zones, of ‘dode zones’, waar het grootste deel van het zeeleven niet kan overleven. Dit leidt tot de vernietiging van sommige ecosystemen. Momenteel tellen we zo’n 500 dode zones, met een totale oppervlakte van meer dan 235.000 km², vergelijkbaar met de oppervlakte van het Verenigd Koninkrijk.

De veertiende Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling (SDG 14) heeft als doel om maritieme ecosystemen te beschermen en vervuiling terug te dringen door met name oceaanverzuring tegen te gaan en door maatregelen te treffen die illegale bevissing bestrijden. Op de top van Rio+20 werden door de Intergouvernementele Oceanografische Commissie van de UNESCO tien voorstellen onderhandeld. Je kan er hier meer over lezen (in het Engels).

Doelstelling 14: Behoud en maak duurzaam gebruik van oceanen, zeeën en maritieme hulpbronnen

14.1     Tegen 2025 de vervuiling van de zee voorkomen en in aanzienlijke mate verminderen, in het bijzonder als gevolg van activiteiten op het land, met inbegrip van vervuiling door ronddrijvend afval en voedingsstoffen

14.2     Tegen 2020 op een duurzame manier zee- en kustecosystemen beheren en beschermen om aanzienlijke negatieve gevolgen te vermijden, ook door het versterken van hun veerkracht, en actie ondernemen om deze te herstellen en om te komen tot gezonde en productieve oceanen

14.3     De impact van de verzuring van de oceanen minimaliseren en aanpakken, ook via verhoogde wetenschappelijke samenwerking op alle niveaus

14.4     Tegen 2020 op een doeltreffende manier de visvangst reguleren en een einde maken aan overbevissing, aan illegale, niet-aangegeven en ongereguleerde visserij en aan destructieve visserijpraktijken, en op wetenschap gebaseerde beheerplannen implementeren, om de visvoorraden zo snel mogelijk te herstellen, op zijn minst op niveaus die een maximale duurzame opbrengst kunnen garanderen zoals bepaald door hun biologische kenmerken

14.5     Tegen 2020 minstens 10% van de kust- en zeegebieden behouden, in overeenstemming met het nationale en internationale recht en gebaseerd op de beste beschikbare wetenschappelijke informatie

14.6     Tegen 2020 bepaalde vormen van visserijsubsidies afschaffen die bijdragen tot overcapaciteit en overbevissing, een einde maken aan subsidies die bijdragen tot illegale, niet-aangegeven en ongereguleerde visserij en geen nieuwe vergelijkbare subsidies invoeren, erkennen dat een passende en doeltreffende speciale en gedifferentieerde behandeling van de ontwikkelingslanden en van de minst ontwikkelde landen integraal deel zou moeten uitmaken van de onderhandelingen inzake visserijsubsidies van de Wereldhandelsorganisatie [1]

14.7     Tegen 2030 de economische voordelen vergroten voor kleine eilandstaten in ontwikkeling en voor de minst ontwikkelde landen van het duurzaam gebruik van mariene rijkdommen, ook via het duurzaam beheer van visserij, aquacultuur en toerisme

14.a     De wetenschappelijke kennis vergroten, onderzoekscapaciteit ontwikkelen en mariene technologie overdragen, waarbij rekening wordt gehouden met de criteria en richtlijnen van de Intergouvernementele Oceanografische Commissie inzake de overdracht van mariene technologie, om de gezondheid van de oceaan te verbeteren en de bijdrage te verruimen van de mariene biodiversiteit tot de ontwikkeling van ontwikkelingslanden, in het bijzonder kleine eilandstaten in ontwikkeling en de minst ontwikkelde landen

14.b     Toegang verschaffen aan kleinschalige ambachtelijke vissers tot mariene hulpbronnen en markten

14.c     Het behoud en het duurzaam gebruik van oceanen en hulpbronnen versterken door het implementeren van internationaal recht zoals dat wordt weerspiegeld in het VN-Zeerechtverdrag, dat een wettelijk kader voorziet voor het behoud en het duurzaam gebruik van oceanen en hun hulpbronnen, zoals ook wordt vermeld in paragraaf 158 van “De toekomst die wij willen”


[1] Rekening houdend met de lopende onderhandelingen van de Wereldhandelsorganisatie, de Ontwikkelingsagenda van Doha en het ministeriële mandaat van Hongkong