SDG 17 - Versterk de implementatiemiddelen en revitaliseer het wereldwijd partnerschap voor duurzame ontwikkeling

De Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG) kunnen enkel gerealiseerd worden met een sterk engagement voor internationale partnerschappen en samenwerking. Hoewel de officiële ontwikkelingshulp van de ontwikkelde landen tussen 2000 en 2014 met 66% is gestegen, blijven humanitaire crises door conflicten of natuurrampen financiële middelen en hulp vergen. Verscheidene landen hebben ontwikkelingshulp nodig om de groei en handel te stimuleren.

Vandaag is de wereld meer dan ooit onderling verbonden. Een betere toegang tot technologie en kennis is een belangrijke manier om ideeën uit te wisselen en innovatie te bevorderen. Het beleid moet erop gericht zijn om ontwikkelingslanden te helpen met hun schuldbeheer en investeringen in die landen aan te moedigen. Dit is van vitaal belang om duurzame groei en ontwikkeling te bereiken.

De doelstellingen mikken op een verbetering van de Noord-Zuid- en Zuid-Zuid-samenwerking door nationale plannen te steunen en zo de doelen te realiseren. De bevordering van internationale handel en hulp voor ontwikkelingslanden om de export op te krikken, moeten leiden tot een open en fair universeel handelssysteem dat op regels gebaseerd is en waar iedereen voordeel uit kan halen.

Doelstellingen

Aangezien vele ontwikkelingslanden niet de middelen hebben om voor de SDG’s te betalen, is het van belang om hun nationale belastingen en andere bronnen van inkomsten te verbeteren en bijkomende financiële middelen en investeringen aan te trekken. Daarnaast moeten ze geholpen worden om de schuld op lange termijn te stabiliseren.

De ontwikkelde landen moeten hun engagementen op het vlak van officiële ontwikkelingshulp (ODA) in de praktijk omzetten. Eén daarvan is de belofte om 0,7% van het bruto nationaal inkomen (bni) te besteden aan hulp voor ontwikkelingslanden en 0,15% tot 0,20% van het bni voor de minst ontwikkelde landen.

Met toegang tot wetenschap, technologie en innovatie kunnen we Noord-Zuid en Zuid-Zuid-samenwerking verbeteren. Dit kan het best door aan de ontwikkelingslanden milieuvriendelijke technologieën te leveren onder gunstige voorwaarden.

De SDG’s promoten een universeel, open, rechtvaardig en multilateraal handelssysteem, op regels gebaseerd en zonder discriminatie, onder de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Door de capaciteit van ontwikkelingslanden te bevorderen kunnen we hun export en markttoegang verbeteren, wat op zijn beurt leidt tot betere internationale samenwerking.

De doelstellingen streven naar stabiliteit door coherent beleid, mét respect voor nationaal beleid. Ze zullen maar succesvol zijn wanneer ze door alle belanghebbenden gesteund worden: publieke, publiek-private en maatschappelijke partnerschappen. Met kwaliteitsvolle data kunnen we verderbouwen op bestaande initiatieven en de betrokkenen ter verantwoording roepen.

Benelux

Nederland en België halen de doelstelling niet om 0,7% van het BNI aan ontwikkelingssamenwerking (ODA) te besteden. In 2014 haalde Nederland 0,64%, België bleef steken op 0,45%. Luxemburg is het enige Beneluxland dat de doelstelling haalt en zelfs overtreft. Het besteedt 1,07% van het bni aan ODA. Het gemiddelde van alle OESO-landen bedraagt 0,36%.


Meer info: 
SDG 17 (Engels)

Doelstelling 17: Versterk de implementatiemiddelen en revitaliseer het wereldwijd partnerschap voor duurzame ontwikkeling

Financiën

17.1     Versterken van de binnenlandse middelenmobilisatie (DRM), ook via internationale steun aan ontwikkelingslanden, om de binnenlandse capaciteit te verbeteren voor het innen van belastingen en andere inkomsten

17.2     Ontwikkelde landen dienen ten volle hun verbintenissen aangaande officiële ontwikkelingshulp te implementeren, waaronder ook de verbintenis van vele ontwikkelde landen om 0,7% van het bruto nationaal inkomen te besteden aan officiële ontwikkelingshulp voor ontwikkelingslanden (ODA/GNI) en 0,15% tot 0,20% ontwikkelingshulp aan de minst ontwikkelde landen; ODA-donoren worden aangemoedigd om voor zichzelf een doelstelling te bepalen om minstens 0,2% van de ODA te besteden aan de minst ontwikkelde landen

17.3     Bijkomende financiële middelen voor ontwikkelingslanden mobiliseren vanuit verschillende bronnen

17.4     Ontwikkelingslanden bijstaan in hun streven naar schuldhoudbaarheid op lange termijn via gecoördineerde beleidslijnen waarbij aandacht wordt besteed aan het aanmoedigen van de schuldfinanciering, de schuldverlichting en de schuldherstructurering, indien van toepassing, en de externe schuld aanpakken van arme landen met een grote schuldenlast om hun schuldencrisis in te perken

17.5     Regelingen goedkeuren en uitvoeren die investeringen in de minst ontwikkelde landen moeten bevorderen

 

Technologie

17.6     Versterken van de Noord-Zuid-, de Zuid-Zuid- en de regionale en internationale trilaterale samenwerking inzake wetenschap, technologie en innovatie en vergemakkelijken van de toegang daartoe; en het delen van kennis uitbreiden volgens voorwaarden die wederzijds worden bepaald, ook via de verbeterde coördinatie tussen bestaande mechanismen, in het bijzonder op het niveau van de Verenigde Naties, en via een mondiaal mechanisme voor de facilitering van technologie

17.7     De ontwikkeling, overdracht, verspreiding en verdeling van ecologische technologieën aan ontwikkelingslanden volgens gunstige voorwaarden, ook inzake gunstige en preferentiële bepalingen, zoals wederzijds overeengekomen

17.8     De technologiebank en het mechanisme voor het opbouwen van wetenschappelijke, technologische en innoverende capaciteit voor de minst ontwikkelde landen volledig operationeel maken tegen 2017 en het gebruik opdrijven van de technologie die dit mogelijk moet maken, in het bijzonder de informatie- en communicatietechnologie

 

Capaciteitsopbouw

17.9     De internationale steun verhogen voor het implementeren van doeltreffende en doelgerichte capaciteitsopbouw in ontwikkelingslanden ter ondersteuning van nationale plannen die erop gericht zijn om alle Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te implementeren, ook via de Noord-Zuid-, Zuid-Zuid- en trilaterale samenwerking

 

Handel

17.10     Een universeel, op regels gebaseerd, open, niet-discriminerend en billijk multilateraal handelssysteem bevorderen onder de Wereldhandelsorganisatie, ook via het volbrengen van de onderhandelingen onder de Ontwikkelingsagenda van Doha van deze organisatie

17.11     De export van ontwikkelingslanden aanzienlijk doen toenemen, in het bijzonder met de bedoeling om het aandeel van de minst ontwikkelde landen in de mondiale export tegen 2020 te verdubbelen

17.12     Tijdig de implementatie realiseren van belasting- en quotavrije markttoegang op blijvende wijze voor alle minst ontwikkelde landen, in overeenstemming met de beslissingen van de Wereldhandelsorganisatie, ook door ervoor te zorgen dat de voorkeursregels die van oorsprong van toepassing zijn op import van de minst ontwikkelde landen, transparant en eenvoudig zijn, en bijdragen tot het vergemakkelijken van markttoegang

 

Systemische kwesties

Beleids- en institutionele coherentie

17.13     De globale macro-economische stabiliteit versterken, ook via beleidscoördinatie en beleidscoherentie

17.14     Beleidscoherentie voor duurzame ontwikkeling versterken

17.15     De beleidsruimte en het leiderschap van elke land respecteren om beleidslijnen uit te werken en om duurzame ontwikkeling te implementeren om een einde te maken aan armoede

 

Partnerschappen met meerdere belanghebbenden

17.16     Het Globaal Partnerschap voor duurzame ontwikkeling versterken, aangevuld door partnerschappen met meerdere belanghebbenden (multi-stakeholderpartnerschappen) en kennis, expertise, technologie en financiële hulpmiddelen mobiliseren en delen met het oog op het bereiken van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen in alle landen, in het bijzonder in de ontwikkelingslanden

17.17     Doeltreffende openbare, publiek-private en maatschappelijke partnerschappen aanmoedigen en bevorderen, voortbouwend op de ervaring en het netwerk van partnerschappen

 

Gegevens, monitoring en verantwoordingsplicht

17.18     Tegen 2020 de steun voor capaciteitsopbouw verhogen aan ontwikkelingslanden, inclusief de minst ontwikkelde landen en de kleine eilandstaten in ontwikkeling, om de beschikbaarheid van hoogwaardige, actuele en betrouwbare gegevens opgedeeld naar inkomen, gender, leeftijd, ras, etnische afkomst, migratiestatus, handicap, geografische locatie en andere kenmerken relevant in een nationale context, aanzienlijk op te drijven

17.19     Tegen 2030 voortbouwen op bestaande initiatieven om metingen te ontwikkelen met betrekking tot de vooruitgang van duurzame ontwikkeling die kunnen dienen als aanvulling op het bruto binnenlands product, en de statistische capaciteitsopbouw ondersteunen in ontwikkelingslanden