SDG 2 - Beëindig honger, bereik voedselzekerheid en verbeterde voeding en promoot duurzame landbouw

Sinds 1990 is het aantal ondervoede mensen in ontwikkelingslanden met bijna 50% verminderd. Die daling kunnen we ondermeer toeschrijven aan de succesvolle implementatie van de eerste Millenniumdoelstelling. Die was erop gericht om het aantal mensen dat honger lijdt te halveren tussen 1990 en 2015.

Vandaag worden 805 miljoen mensen nog steeds bedreigd door honger en malnutritie, dat is één persoon op negen. Malnutritie is de oorzaak van bijna de helft van alle sterfgevallen bij kinderen onder de vijf jaar, dat zijn 3,1 miljoen kinderen per jaar. Wereldwijd lijdt één op vier kinderen aan een groeistoornis. In ontwikkelingslanden kan dat aantal oplopen tot één op drie.

De tweede Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling (SDG 2) richt zich voornamelijk op de armen en mensen in kwetsbare situaties, inclusief kinderen, en wil groeistoornissen en extreme malnutritie bij kinderen onder de vijf jaar uitroeien. Dat kunnen we onder andere bereiken door de manier waarop we voedsel produceren, verdelen en consumeren te veranderen.

Wanneer we landbouw, bosbouw en visvangst op een correcte manier uitoefenen, kunnen we voor iedereen voedsel produceren en een degelijke winst genereren. Zo ondersteunen we tegelijkertijd ontwikkeling die gunstig is voor het platteland en de bescherming van het milieu. Het is tijd om de manier waarop we onze voeding produceren, verdelen en consumeren te hervormen.

Maar onze bodems, de voorraad zoetwater, de oceanen, de bossen en de biodiversiteit gaan er snel op achteruit. Klimaatverandering zet onze bronnen nog meer onder druk en vergroot het risico op natuurrampen zoals droogte en overstromingen. Veel gezinnen die op het platteland leven kunnen de eindjes niet meer aan elkaar knopen en zijn verplicht om naar de steden te verhuizen, op zoek naar nieuwe mogelijkheden.

Om SDG 2 te bereiken, is er een diepgaande verandering van de mondiale voedselvoorziening en landbouw nodig. De voedings- en landbouwsector bieden belangrijke oplossingen voor duurzame ontwikkeling en staan centraal bij het uitbannen van honger en armoede. Honger is niet onvermijdelijk en het Wereldvoedselprogramma (WFP) herinnert ons eraan dat “honger de meest haalbare uitdaging ter wereld is”. Dagelijks strijden meerdere VN-organisaties, samen met NGO’s, tegen honger en malnutritie. Zo voorziet het WFP niet alleen tijdelijke humanitaire hulp, maar zet het zich ook in om voedselzekerheid op langere termijn te verbeteren.

Voedselzekerheid bereiken voor iedereen staat ook centraal bij de inspanningen van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO), die ervoor zorgt dat mensen frequente toegang hebben tot kwaliteitsvol eten om zo een gezond en actief leven te kunnen leiden. De FAO schat dat de productie van levensmiddelen met 60% moet toenemen om tegen 2050 de verwachte 2 miljard extra mensen te kunnen voeden. De drie hoofddoelstellingen van de FAO zijn als volgt :

  1. Honger, voedselonzekerheid en malnutritie helpen uitroeien.
  2. Armoede uitroeien en sociale en economische vooruitgang bevorderen voor iedereen.
  3. Duurzame bronnen zoals land, water, lucht, het klimaat en genetische bronnen duurzaam beheren en gebruiken ten behoeve van huidige en toekomstige generaties.

Honger treft niet alleen de ontwikkelingslanden. In 2014 verdeelde de Europese Federatie voor Voedselbanken ongeveer 2,25 miljoen maaltijden aan 5,9 miljoen mensen in Europa. Binnen de Europese Unie ontving het Europees Fonds voor Hulp aan de Armen een bedrag van 3,8 miljard euro voor de periode 2014-2020. De strijd tegen honger vereist ook een hardere aanpak van voedselverspilling, want jaarlijks verspillen we niet minder dan 1,3 miljoen ton voedsel.

Doelstelling 2: Beëindig honger, bereik voedselzekerheid en verbeterde voeding en promoot duurzame landbouw

2.1     Tegen 2030 een einde maken aan honger en voor iedereen, in het bijzonder de armen en de mensen die leven in kwetsbare situaties, met inbegrip van kinderen, toegang garanderen tot veilig, voedzaam en voldoende voedsel en dit het hele jaar lang

2.2     Tegen 2030 een einde maken aan alle vormen van malnutritie, waarbij ook tegen 2025 voldaan moet kunnen worden aan de internationaal overeengekomen doelstellingen met betrekking tot groeiachterstand en ondergewicht bij kinderen onder de 5 jaar; en eveneens tegemoetkomen aan de voedingsbehoeften van adolescente meisjes, zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven en oudere personen

2.3     Tegen 2030 de landbouwproductiviteit en de inkomens verdubbelen voor kleinschalige voedselproducenten, in het bijzonder vrouwen, inheemse bevolkingen, familieboeren, veefokkers en vissers, onder meer door een veilige en gelijke toegang tot land, andere productieve hulpbronnen en inputs, kennis, financiële diensten, markten en opportuniteiten die toegevoegde waarde bieden en ook buiten de landbouw tewerkstelling genereren

2.4     Tegen 2030 duurzame voedselproductiesystemen garanderen en veerkrachtige landbouwpraktijken implementeren die de productiviteit en de productie kunnen verhogen, die helpen bij het in stand houden van ecosystemen, die de aanpassingscapaciteit verhogen in de strijd tegen klimaatverandering, extreme weersomstandigheden, droogte, overstromingen en andere rampen en die op een progressieve manier de kwaliteit van het land en de bodem verbeteren

2.5     Tegen 2020 de genetische diversiteit in stand houden van zaden, cultuurgewassen en gefokte en gedomesticeerde dieren en hun in het wild levende verwanten, ook aan de hand van zaad- en plantenbanken die op een degelijke manier beheerd en gediversifieerd worden op nationaal, regionaal en internationaal niveau; en de toegang bevorderen tot het eerlijk en billijk delen van voordelen afkomstig van het gebruik van genetische hulpbronnen en daaraan gekoppelde traditionele kennis, zoals internationaal overeengekomen

 

2.a     Verhogen van de investeringen, door versterkte internationale samenwerking, in landelijke infrastructuur, landbouwkundig onderzoek en uitgebreide diensten, technologische ontwikkeling en genetische databanken voor planten en vee om de landbouwkundige productiecapaciteit in ontwikkelingslanden, in het bijzonder in de minst ontwikkelde landen, te versterken

2.b     Corrigeren en voorkomen van handelsbeperkingen en scheefgegroeide situaties op de wereldlandbouwmarkten, door onder andere tegelijk alle vormen van landbouwexportsubsidies en alle exportmaatregelen met een gelijkaardig effect af te schaffen, in overeenstemming met het mandaat van de Ontwikkelingsronde in Doha

2.c     Maatregelen aannemen die de correcte werking moeten garanderen van de voedselgrondstoffenmarkten en hun afgeleiden en een snelle toegang tot marktinformatie bevorderen, met inbegrip van informatie over voedselreserves, om de extreme volatiliteit van de voedselprijzen te helpen beperken