Bestrijding van desinformatie

De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft haar bezorgdheid geuit over de verspreiding van desinformatie. De inspanningen van de VN-Secretaris-Generaal om de internationale samenwerking tegen desinformatie te versterken, zijn door de Algemene Vergadering toegejuicht. In reactie daarop heeft de Secretaris-Generaal een rapport voorgesteld dat gebaseerd is op informatie en beste praktijken van lidstaten, VN-organisaties en andere instellingen.

In dat rapport, “Countering disinformation for the promotion and protection of human rights and fundamental freedoms” (Bestrijding van desinformatie ter bevordering en bescherming van mensenrechten en fundamentele vrijheden) beschrijft de Secretaris-Generaal de uitdagingen die desinformatie met zich meebrengt, zet hij het internationale juridische kader uiteen en bespreekt hij maatregelen tegen desinformatie die landen en technologiebedrijven hebben gerapporteerd.

"De bestrijding van desinformatie vereist blijvende investeringen om de veerkracht van de samenleving op te bouwen en media- en informatievaardigheden uit te breiden."

Informatie in het digitale tijdperk

De snelle technologische veranderingen van de afgelopen decennia hebben de manier waarop mensen met elkaar communiceren en toegang hebben tot informatie over de wereld volledig veranderd. Tegenwoordig kunnen mensen alle kennis van de mensheid op elk moment in de palm van hun hand hebben – nieuws en informatie reizen binnen enkele seconden de wereld rond.

Kansen en bedreigingen

Dat biedt tal van nieuwe mogelijkheden voor onderwijs en informatieverstrekking. Vooral tijdens de COVID-19-lockdowns was technologie essentieel om toegang te verschaffen tot levensbelangrijke informatie over gezondheid – maar ook tot onderwijs en werk. Die drastische veranderingen hadden ook negatieve gevolgen die we nu pas onder ogen zien, zoals de veel snellere verspreiding van verkeerde informatie, desinformatie en zelfs haatzaaiende taal. De COVID 19-pandemie en het publieke debat over gezondheidsinterventies toonden duidelijk aan hoe gerichte misinformatie en desinformatie de uitvoering van bijvoorbeeld gezondheidsmaatregels bemoeilijkten.

Wat is desinformatie?

Terwijl misinformatie verwijst naar de toevallige, onbewuste verspreiding van onjuiste informatie, is desinformatie niet alleen onjuist, maar uitdrukkelijk gericht op misleiding en wordt zij verspreid met het doel ernstige schade te berokkenen.

Desinformatie kan worden verspreid door overheids- of niet-overheidsactoren. Zij kan een groot aantal mensenrechten aantasten door de respons van overheidsbeleid te ondermijnen of spanningen in tijden van gewapende conflicten op te voeren.

Er bestaat geen universele definitie van desinformatie. Gezien de vele en uiteenlopende contexten waarin desinformatie kan voorkomen – waaronder verkiezingsprocessen, volksgezondheid, gewapende conflicten of klimaatverandering – zou één enkele definitie niet volstaan.

Wat kunnen we doen?

Een respons op basis van mensenrechten

Zowel de Algemene Vergadering als de Mensenrechtenraad hebben opgeroepen tot een respons op desinformatieverspreiding die het recht op vrijheid van meningsuiting en de vrijheid om informatie te zoeken, te ontvangen en te verstrekken waarborgt. Dat is vastgelegd in artikel 19 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en artikel 19, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.

Het recht op vrijheid van meningsuiting omvat ook kritische uitingen, waaronder uitingen die maatschappelijke normen ter discussie stellen, uitingen in de vorm van ironie, satire, parodie of humor, of de onjuiste interpretatie van feiten of gebeurtenissen. Dat recht mag niet onrechtmatig worden beperkt onder het mom van de bestrijding van desinformatie.

Benaderingen die eenvoudige oplossingen voor dit complexe probleem zoeken, zullen waarschijnlijk legitieme meningsuiting censureren die wordt beschermd door internationale mensenrechtenwetgeving. Dergelijke al te ruime beperkingen kunnen de maatschappelijke problemen verergeren en het wantrouwen en de desinteresse bij het publiek vergroten, in plaats van bij te dragen aan de oplossing van de onderliggende problemen.” (A/77/287)

Maximale informatietoegang, betere digitale vaardigheden en samenwerking met het bedrijfsleven

In plaats van beperkingen op te leggen, worden landen aangemoedigd vrije en onafhankelijke media te bevorderen en te beschermen. Transparantie en toegang tot informatie moeten worden gemaximaliseerd om het vertrouwen in openbare instellingen, bestuur en processen te versterken. Landen moeten ook streven naar een grotere debatcultuur en publieke participatie op alle niveaus.

Sommige landen hebben programma’s voor digitale mediavaardigheden opgezet om een veerkrachtige en zinvolle online participatie mogelijk te maken. Dergelijke initiatieven zorgen voor kritisch denkvermogen waarmee mensen desinformatie kunnen identificeren, weerleggen en ontkrachten.

De VN roept landen ook op om te investeren in instrumenten die onafhankelijke feitencontrole ondersteunen en daarbij journalisten en het maatschappelijke middenveld te betrekken.

Volgens de VN-richtlijnen voor het bedrijfsleven en mensenrechten moeten lidstaten bedrijven aanmoedigen de mensenrechten te eerbiedigen. Dat kan in de praktijk worden omgezet door onder meer van bedrijven te eisen dat ze de transparantie rond hun beleid over desinformatie vergroten, met het maatschappelijke middenveld samenwerken, of gebruikers meer controle geven over hun online ervaringen.

Bestrijding van de ergste vormen van desinformatie

Beperkingen van de vrijheid van meningsuiting zijn alleen in uitzonderlijke omstandigheden toegestaan. Als beperkingen worden opgelegd, moeten ze juridisch gerechtvaardigd zijn, noodzakelijk zijn voor de bescherming van individuele rechten of de nationale veiligheid en evenredig zijn. Beperkingen mogen in de praktijk niet dienen om het recht op vrije meningsuiting te beknotten.

Lidstaten moeten degenen die nationale, raciale of religieuze haat verspreiden ter verantwoording roepen. Artikel 20, lid 2, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten bepaalt dat oorlogspropaganda of het verspreiden van nationale, raciale of religieuze haat die aanzet tot discriminatie, vijandigheid of geweld bij wet verboden is.

Het rapport over de bestrijding van desinformatie

In augustus 2022 publiceerde de Secretaris-Generaal zijn rapport over de bestrijding van desinformatie, waar de Algemene Vergadering om had gevraagd in haar resolutie van december 2021.

"EEN VRIJ EN PLURALISTISCH OPENBAAR DEBAT IS CRUCIAAL VOOR EEN GEÏNFORMEERD PUBLIEK DAT BESTAND IS TEGEN DESINFORMATIE"

De COVID-19-pandemie heeft de levensveranderende kracht van het internet duidelijk gemaakt. Digitale technologie heeft levens gered door miljoenen mensen veilig online te laten werken, studeren en sociale contacten onderhouden. Maar de pandemie heeft ook de digitale kloof en de duistere kant van technologie vergroot: de razendsnelle verspreiding van verkeerde informatie; de manipulatie van het gedrag van mensen; en meer. We kunnen die uitdagingen alleen tezamen aangaan met nauwere samenwerking: door duidelijke regels vast te stellen om mensenrechten en fundamentele vrijheden te beschermen; door de controle over onze gegevens terug te krijgen; door desinformatie en haatzaaiende taal tegen te gaan.”

Videoboodschap van de Secretaris-Generaal voor de openingszitting van het 16e Internet Governance Forum: “Internet United” – 7 december 2021

Belangrijkste voorstellen

BELANGRIJKSTE VOORSTELLEN UIT HET RAPPORT OVER DE BESTRIJDING VAN DESINFORMATIE

Landen moeten:

  1. het recht op vrijheid van meningsuiting beschermen, respecteren en bevorderen door de toegang tot informatie te waarborgen en pluralisme in de media te bevorderen;
  2. vermijden om regulering op basis van vage definities op te stellen, onevenredige sancties op te leggen en mogen nooit legitieme inhoud criminaliseren;
  3. afzien van het afsluiten/blokkeren van websites en accounts op het internet;
  4. ervoor zorgen dat ambtenaren correcte informatie delen en autoriteiten die valse informatie verspreiden ter verantwoording roepen;
  5. het maatschappelijke middenveld betrekken bij het ontwerpen van beleid en andere inspanningen om desinformatie te bestrijden.

Technologiebedrijven moeten:

  1. vermijden dat zij met hun activiteiten negatieve gevolgen voor de mensenrechten veroorzaken of daartoe bijdragen – negatieve gevolgen moeten worden aangepakt;
  2. bedrijfsbeleid en -praktijken bekendmaken die desinformatie bestrijden;
  3. hun bedrijfsmodellen herzien om ervoor te zorgen dat ze in overeenstemming zijn met de mensenrechtenbeginselen;
  4. zorgen voor meer transparantie en toegang tot relevante gegevens en informatie;
  5. ervoor zorgen dat hun procedures voor inhoudsmoderatie consistent zijn op alle locaties waar zij actief zijn en in alle relevante talen, en hiervoor voldoende middelen vrijmaken.