Charlotte Goemans

Picture article NL

In onze interviewreeks ‘Gezichten van de VN’ geven we vandaag het woord aan Charlotte Goemans. Zij werkt momenteel als JPO Child Labour and Youth Employment in Tanzania. Voordien was ze werkzaam bij de VN-organisaties IFAD en FAO. Doorheen haar carrière wist ze zich te specialiseren in gendergelijkheid, kinderarbeid en jeugdwerkgelegenheid.

read on issuu

“Mijn Erasmuservaring heeft mijn ogen geopend en mij in contact gebracht met een internationale gemeenschap.”

Charlotte herinnert zich dat ze al van kinds af aan een groot rechtvaardigheidsgevoel had. Een rechtenopleiding was dan ook een evidente keuze. Na haar bacheloropleiding aan de Universiteit van Antwerpen besloot ze zich te verdiepen in internationaal recht en mensenrechten aan de Katholieke Universiteit Leuven. Wanneer ze terugblikt op haar studiejaren, beschouwt ze haar Erasmusuitwisseling in Rome als een doorslaggevende ervaring. “Mijn eerste keuze was Parijs, maar alle plaatsen waren al bezet. Ik belandde in Rome, wat achteraf een goede keuze bleek. Ik bracht er het laatste half jaar van mijn masteropleiding door aan een privé-universiteit. Die ervaring heeft mijn ogen geopend en mij in contact gebracht met een internationale gemeenschap.”

“Werken bij de VN was zeker geen bewuste keuze, maar door een samenloop van omstandigheden ben ik meteen op de juiste plaats beland.”

Rome beviel haar zo goed dat ze besloot er na haar studies te blijven. “Ik was 23, helemaal verkocht aan la dolce vita en zocht in Rome koortsachtig naar werk”. Charlotte solliciteerde onder meer bij advocatenkantoren, internationale organisaties als Amnesty International en enkele VN-instellingen, maar dat liep niet van een leien dakje. Uiteindelijk kon ze aan de slag als stagiaire bij het inkoopteam van het Internationaal Fonds voor Agrarische Ontwikkeling (IFAD), een gespecialiseerde VN-instelling die landbouwprojecten in ontwikkelingslanden financiert. Charlotte beheerde er de juridische aspecten van het inkopen van goederen en diensten voor de hoofdzetel van IFAD. “Tijdens deze stage heb ik ontzettend hard gewerkt. Ik nam deel aan alle presentaties en evenementen die ik maar kon vinden.” Zo woonde Charlotte onder meer een presentatie bij van het Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid, dat toen samen met IFAD projecten op poten zette in verschillende Afrikaanse landen. “Na de presentatie sprak ik de manager van het fonds aan, waardoor ik mijn stage kon verderzetten in deze afdeling.” Uiteindelijk kreeg Charlotte een contract als consultant bij IFAD aangeboden. “Ik had nooit gedacht om op zo’n jonge leeftijd al in aanmerking te komen voor een functie bij de VN. Het was zeker geen bewuste keuze, maar door een samenloop van omstandigheden ben ik meteen op de juiste plaats beland.”

Na anderhalf jaar ging Charlotte aan de slag voor FAO, de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties. Daar stond ze aan het hoofd van een wereldwijd project rond de rol van jongeren in de landbouwsector in ontwikkelingslanden. “Binnen de VN werd daar destijds niet veel aandacht aan geschonken, maar wij zijn erin geslaagd dit thema op de agenda te brengen en sindsdien is het nog steeds een hot topic”.

In Rwanda (2010)

“Ik werkte steeds op basis van losse contracten en keek uit naar een stabielere positie.”

Toen Charlotte vijf jaar werkervaring bij IFAD en FAO had opgebouwd, was ze toe aan iets nieuws. “Ik werkte steeds op basis van losse contracten en keek uit naar een stabielere positie.” Ze solliciteerde voor twee JPO-posities en kreeg voor beide een aanbieding. “Ik kon aan de slag bij UN Women in New York, maar koos ervoor om voor ILO (de Internationale Arbeidsorganisatie van de Verenigde Naties, nvdr) te werken in Tanzania omdat die functie op dat moment beter aansloot bij mijn privé- en werkleven.”

Momenteel is Charlotte al meer dan twee jaar werkzaam bij ILO als JPO Child Labour and Youth Employment in de voormalige Tanzaniaanse hoofdstad Dar es Salaam. Ze beheert er onder meer projecten rond kinderarbeid (zie kader). Daarnaast staat ze aan het hoofd van de Future of Work-initiatieven in Tanzania. “Naar aanleiding van het honderdjarige bestaan van ILO in 2019 worden in verschillende landen dialogen gehouden over de toekomst van werk en de rol die ILO daarbij zal spelen. Enkele weken geleden organiseerde ik een nationale conferentie die ongeveer 150 mensen samenbracht om deze dialoog op gang te brengen.” Ten slotte werft Charlotte fondsen voor ILO en andere VN-instellingen in Tanzania en maakt ze deel uit van het Tanzania UNDAP-team, dat ontwikkelings-projecten coördineert om tekortkomingen op te vangen en duplicatie te vermijden. “Een dag ziet er voor mij nooit hetzelfde uit”, lacht ze.

KINDERARBEID IN TANZANIA

Momenteel werkt Charlotte in Tanzania aan een project rond kinderarbeid in gebieden waar tabak wordt gekweekt. Haar taak bestaat erin teams op poten te zetten en lokale overheden en andere partners aan boord te brengen. Ter gelegenheid van de Werelddag tegen Kinderarbeid op 21 juni zullen Charlotte en haar collega’s ook opleidingen rond kinderarbeid organiseren voor werknemers van de ministeries op regionaal niveau in de Tanzaniaanse regio Tabora. Daarnaast zullen ze een grote mediacampagne op poten zetten om het brede publiek te sensibiliseren rond kinderarbeid.

“Voor veel mensen in Tanzania is kinderarbeid heel normaal”, vertelt Charlotte. “Je moet beseffen dat kinderarbeid steeds samenhangt met een groter probleem: armoede. Veel families beschikken simpelweg niet over andere middelen om aan inkomsten te geraken.” Gelukkig is er beterschap op komst. Zo heeft Tanzania de belangrijkste ILO-conventies rond kinderarbeid geratificeerd en vertaald in wetgeving en een nationaal actieplan. “Vanuit de overheid is er wel degelijk bereidheid om iets aan deze problematiek te doen, maar een mentaliteitsverandering vraagt veel tijd”, besluit Charlotte.


“Als buitenlander kan je in Tanzania niet zomaar overal rondwandelen.”

Het leven in Tanzania heeft zeker voordelen voor Charlotte, die er woont met haar man en twee jonge kinderen. “In Tanzania wordt heel veel belang gehecht aan het gezins- en familieleven. Als mama heb je hier een speciale status en huishoudhulp is betaalbaar.” Gevraagd naar minpunten noemt Charlotte de erbarmelijke medische zorgen, de omslachtige administratie, het drukke verkeer en de beperkte bewegingsvrijheid. “Als buitenlander kan je hier niet zomaar overal rondwandelen. Tanzanianen zijn over het algemeen heel vriendelijke en rustige mensen, maar je moet altijd op je hoede zijn voor diefstal.” Ook de infrastructuur laat soms te wensen over. “In het regenseizoen storten bruggen in en worden wegen onberijdbaar. Toen ik hoogzwanger was van mijn tweede dochter moest ik samen met mijn man twee uur lang met het water tot aan onze knieën naar huis stappen, omdat hij mij niet kon komen ophalen met de auto. Dan besef je wel in wat voor luxe wij in België leven.”

Ook eerdere ervaringen in andere Afrikaanse landen hebben een diepe indruk nagelaten op Charlotte. Toen ze pas bij IFAD aan de slag was, trok ze voor vier weken naar Niger. Die missie beschouwt Charlotte als haar vuurdoop. “Ik werd voor het eerst geconfronteerd met extreme armoede. Meisjes trouwen er op hun vijftiende en bevallen rond hun zestiende van hun eerste kind, veelal thuis in slechte omstandigheden. Een groot deel van de kinderen sterft voor het eerste levensjaar door voedselgebrek, maar ook omdat lokale tradities voorschrijven dat ze bijvoorbeeld geen eieren of vlees mogen eten omdat het kind later een dief of gulzigaard zou kunnen worden”.

Toespraak tijdens raadpleging rond kinderarbeid met nationale stakeholders in Tanzania (2016)

“Ik heb geleerd dat je met kleine projectinterventies een groot verschil kan maken, zolang deze interventies komen vanuit de noden van de lokale bevolking.”

Ondanks de moeilijke werkomstandigheden haalt Charlotte veel voldoening uit haar werk. “Ik heb geleerd dat je met kleine projectinterventies een groot verschil kan maken, zolang deze interventies komen vanuit de noden van de lokale bevolking en niet zozeer vanuit wat wij denken dat voor hen het beste is.” Charlotte is ervan overtuigd dat je ook op jonge leeftijd en zonder vast contract heel wat kan realiseren bij de Verenigde Naties. “Toen ik bij FAO rond jeugdwerkgelegenheid werkte, nam een Togolese jongen deel aan onze enquête rond het overwinnen van obstakels in de landbouwsector. Die jongen was heel gemotiveerd en inventief en had een organisatie van jonge landbouwers opgericht. Ik heb ervoor gezorgd dat hij kon deelnemen aan verschillende IFAD-projecten. Uiteindelijk kon hij zelfs naar Rome om er zijn activiteiten voor te stellen aan IFAD en FAO. Dat heeft me doen beseffen dat iedereen op zijn manier contacten kan leggen en een verschil kan maken in het leven van anderen.”

Begin volgend jaar loopt het JPO-contract van Charlotte af. “Tot nu toe heb ik steeds contracten van maximaal een jaar gehad. Dat maakt het moeilijk om vooruit te plannen.” Op ILO is ze nog lang niet uitgekeken, hoewel ze op dit moment niet weet hoe haar toekomst bij de organisatie er zal uitzien. “Ik werk graag voor ILO en zou graag nog enkele jaren op de hoofdzetel in Genève werken of op het regionaal bureau in Bangkok. Ik heb nu immers vooral expertise in sub-Saharaans Afrika, maar wil ook Azië beter leren kennen.” Op lange termijn zou Charlotte graag op beleidsniveau voor de VN-hoofdzetel in New York werken, maar ook het Belgische ministerie van Ontwikkelings-samenwerking of de Europese ontwikkelingssamenwerking spreken haar aan. “Maar dat zijn uiteraard dromen. Ik heb nog een lange weg te gaan”, besluit ze.

“Jongeren vergeten vaak dat de VN ook jonge en gemotiveerde werknemers zoekt. Als je de kans krijgt om er stage te lopen, moet je dat zeker doen.”

Charlotte heeft heel wat nuttig advies voor jongeren die een internationale carrière ambiëren bij een organisatie als de Verenigde Naties. “Internationale ervaring en talenkennis zijn belangrijke troeven. Daarnaast zou ik studenten aanraden om tijdens vakanties of tussen hun bachelor en master professionele ervaring op te doen rond een onderwerp dat hen interesseert, zodat ze in contact komen met bepaalde organisaties.” Ook stages zijn volgens Charlotte een goed middel om een carrière bij de VN te lanceren. “Vaak geraken mensen via een stage binnen bij de VN en gaan ze daarna aan de slag als consultant of op contractuele basis. Jongeren vergeten vaak dat de VN ook jonge en gemotiveerde werknemers zoekt. Als je de kans krijgt om er stage te lopen, moet je dat zeker doen.”

UNRIC BENELUX ([email protected]) –  juni 2016  –  Auteur: Silke Van Den Haute