Guido van Heugten

Twitter Faces of the UN

Vandaag geven we het woord aan een Nederlander: Guido van Heugten. Toen hij vier jaar geleden afstudeerde, besloot hij het erop te wagen en boekte hij een enkeltje naar de Afghaanse hoofdstad Kabul. Zijn indrukwekkend parcours bracht hem tot in Brussel, waar hij momenteel werkt bij het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties (WFP). Genoeg stof om over te praten dus!

read on issuu

 “Tijdens mijn studies ondernam ik allerlei extracurriculaire activiteiten en zat ik regelmatig in een internationale omgeving.”

Het internationaal verhaal van Guido begon meteen na zijn middelbare studies, wanneer hij besloot om een jaar door Azië, Australië en Nieuw-Zeeland te reizen. Daarna verhuisde hij naar Maastricht om er Europees en Internationaal recht te studeren. Ook daar was het internationale aspect niet ver weg: “Tijdens mijn studies ondernam ik allerlei extracurriculaire activiteiten. Ik was actief bij AIESEC en ging zo via een ambassadeursprogramma naar Maleisië. Ik was ook bestuurslid van de universiteitsraad en de studentencommissie. Ik zat dus regelmatig in een internationale omgeving.”

Guido voelde dat hij liever geen advocaat wilde worden en zag voor zichzelf eerder een carrière in de non-profitsector weggelegd. Na zijn laatste bachelorjaar werd hij aangenomen bij het TNT Global Experience Programme, een corporate social responsibility -project van het logistiek bedrijf TNT in samenwerking met het Wereldvoedselprogramma (WFP). Hierdoor kon hij aan de slag bij WFP in Madagaskar. WFP stelde hem een verlenging voor, waarop TNT zelf hem een positie aanbood op hun hoofdkwartier in Amsterdam. Dat voorstel nam hij aan omdat het hem de kans gaf om eens een kijkje te nemen in de private sector.

Zijn ervaring in Madagaskar gaf hem een duwtje in de rug naar zijn volgende stap: “In Madagaskar vond ik het werk zeer interessant en ik voelde me er op mijn plek. Ik had het gevoel dat ik humanitair werk zeker nog vijf tot tien jaar kon doen.” Daarom besloot hij om de masteropleiding International Humanitarian Action (NOHA) – met specialisatie in conflict resolution and peacebuilding – aan de Universiteit van Uppsala in Zweden te volgen.

“Uiteindelijk ben ik met een enkeltje naar Kabul gegaan. Dat is waarschijnlijk een van de meest extreme dingen die ik ooit gedaan heb.”

Na zijn master wist Guido dat hij in de humanitaire sector aan de slag wou. Hij sloeg enkele stageposities af – aangezien hij reeds stages had gelopen en nu een betaalde baan ambieerde – en nam een duik in het ongewisse: “Uiteindelijk ben ik met een enkeltje naar Kabul gegaan. Dat is waarschijnlijk een van de meest extreme dingen die ik ooit heb gedaan.” Guido besefte dat een carrière in humanitaire hulp nu eenmaal begint in het veld: “Humanitaire hulp is voornamelijk veldwerk, en dat doe je niet op een aangenaam kantoor in Brussel of elders. Ik wilde graag zelf zien hoe het is om te werken in een conflictgebied.” Eenmaal in Kabul hielpen contacten hem op weg. “Ik begon bij het ministerie van Handel en Industrie, wat een bijzondere introductie tot werken in Afghanistan was. Plots werkte ik op een Afghaans ministerie. Op zich was de ervaring heel interessant en leerzaam want ik had verschillende taken, maar ik had er niet noodzakelijk de juiste kwalificaties voor.” Daarna werd hij aangenomen bij Harakat, een Afghaanse ngo die zich inzet voor economische ontwikkeling. Deze ervaring was cultureel zeer verrijkend omdat hij er enkel samenwerkte met Afghanen.

Kabul fotoEen straatbeeld van Kabul (Foto: Guido van Heugten)

Omdat hij in Afghanistan niet voor een grote internationale organisatie werkte, had Guido er geen veiligheidsbeperkingen. “Ik reed zelf, samen met vrienden, met een eigen auto rond in Kabul, wat me een gevoel van vrijheid gaf. Ik maakte enkele uitstappen en sliep in een normaal appartement in de stad, zij het achter twee controleposten. Ook voor waarschuwingsmeldingen omtrent veiligheid was ik meer op mezelf aangewezen, al kreeg ik wel sms berichten via een bevriende organisatie en de ambassade. Op Twitter volgde ik lokale journalisten die een overzicht gaven van wat er zich afspeelde.” Guido vindt dan ook dat de veiligheidssituatie in Kabul soms enigszins overdreven wordt. “Natuurlijk gebeuren er nare dingen, maar je bent niet constant het doelwit. Ik denk dat het goed is om een realistische bril op te hebben als je in zo’n situatie zit, anders kan je situaties ook niet realistisch inschatten en communiceren naar het thuisfront. Als je enkel in je compound blijft, kun je moeilijk ervaren hoe het leven in een land is. Misschien ben ik wel een beetje te vrij geweest, want er had iets kunnen gebeuren, maar dat kan ook in Brussel. Er is nooit iets gebeurd en ik ben blij dat ik zo’n ervaring heb gehad.”

“Ik miste het werken in een internationale context aan vraagstukken die betrekking hebben tot humanitaire hulpverlening.”

Wegens een relatie kwam Guido terug naar Nederland, waar hij aan de slag ging bij de Nederlandse Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). “Dat was uiteindelijk niet echt mijn ding, want ik vond het werk repetitief en niet uitdagend. Ik miste het werken in een internationale context aan vraagstukken die betrekking hebben op humanitaire hulpverlening.”

Vervolgens zocht hij nog een tijdje naar een job in Nederland en België, tot hij uiteindelijk in Congo aan de slag ging als UN Volunteer (UNV) bij UNHCR, het VN-bureau voor de Vluchtelingen. Hij was er werkzaam als Associate Reporting Officer op het regionaal kantoor van UNHCR in Kinshasha. “Ik heb er ontzettend veel geleerd. Ik was de facto nummer twee op de dienst externe relaties, ik had veel verantwoordelijkheden en kon regelmatig op missie gaan.” De werk- en woonomstandigheden in Kinshasa waren over het algemeen aangenaam: “Kinshasa is een heel leuke stad waar altijd veel te doen is. Ik had er een heel actief sociaal leven.” Toch waren er ook nadelen. “Het is er vrij duur om te wonen. Ook beschikten we niet altijd over stromend water en hadden we geen airconditioning als de stroom uitviel. Maar onveilig heb ik me er bijna nooit gevoeld, al kunnen missies naar het veld wel meer risco’s met zich meebrengen.” Het meest interessante aan zijn positie bij UNHCR in Congo waren de missies: “Om te begrijpen wat er allemaal in Congo gebeurt, is het goed om naar het veld te gaan. Je hebt er persoonlijk contact met de vluchtelingen.” Al zijn de leefomstandigheden op missie vrij elementair : “We gingen naar Equateur, een provicie in Noord-Congo. Daar heb ik twee weken lang bananen en pinda’s gekocht van de vluchtelingen zelf. Zelfs voor VN-personeel was er gewoon niet veel keuze qua eten, buiten wat rijst en spinazie en met geluk een stukje vlees. Maar dit is ook onderdeel van de ervaring en je hebt het steeds nog vele malen beter in vergelijking met de lokale bevolking en vluchtenlingenpopulatie.”

kkkkGuido (rechts) op missie in Niger met WFP (Foto: Guido van Heugten)

“In Brussel werken geeft je een beter beeld van hoe de VN werkt als organisatie.”

Deze werkervaring stoomde hem klaar voor zijn huidige positie in Brussel, waar hij Communication Officer is bij WFP. “Ik had niet gedacht dat ik zou worden aangenomen. Maar opeens stond ik hier in Brussel, waar ik ondertussen al meer dan een jaar werk.” Het is er misschien minder spannend dan zijn ervaring in Afghanistan of Congo, maar Guido leert er veel bij: “In Brussel zie je hoe het is om te werken met instellingen zoals de Europese Unie. Het geeft je ook een beter beeld van hoe de VN werkt als organisatie in haar geheel, want die bestaat uit zoveel verschillende schakels”. Guido vindt het belangrijk om contact te houden met de operaties in het veld. Enkele dagen na ons interview vertrok hij op mediamissie naar Irak. “Enkele keren per jaar nemen we journalisten mee naar het veld, waar we projecten bezoeken die door ECHO (het humanitair agentschap van de Europese Commissie, nvdr) gefinancierd worden. Dit keer is het Irak.” Naast deze missies blijft zijn job boeiend dankzij de variatie: “De ene ochtend ben je bezig met Irak, het andere moment contacteert een collega uit Turkije je met vragen over een nieuwe campagne of contracten met de Europese Commissie.”

Guido is ervan overtuigd dat hij ooit nog naar het veld terugkeert. “Wat ik heel leuk vind aan werken in het veld is dat er een soort gemeenschapsgevoel leeft. De expatgemeenschap is er vrij hecht. Bovendien zie je concreet wat projecten verwezelijken en je ziet de mensen die je helpt. Ik zie mezelf zeker teruggaan naar het veld.” Waar die volgende ervaring hem naartoe zal brengen, weet hij nog niet: “Ik ben nu in Congo en Afghanistan geweest, twee vrij heftige landen. Madagaskar was dan weer eerder een rustige bestemming. Ik zou bijvoorbeeld graag in Beiroet gaan werken of in LatijnsAmerika om mijn Spaans te verbeteren, we zullen zien.”

“Je kiest uiteindelijk voor een carrière die niet in je thuisland is. Persoonlijke relaties onderhouden is dus niet evident.”

Werken bij de Verenigde Naties is voor Guido heel verrijkend. “Het voordeel van werken voor de VN is dat je verschillende landen en contexten beleeft waardoor je veel mensenkennis opdoet.” Mensen helpen schenkt hem dan ook de meeste voldoening: “We mogen niet vergeten waarom we dit werk doen. Ik vind dat we ons altijd moeten realiseren dat we er zijn voor de mensen die we helpen in het veld. Ons doel is uiteindelijk om niet te hoeven bestaan.” Bovendien kiest Guido er ook voor om te relativeren: “We nemen onszelf op kantoor ook niet altijd even serieus, en dat is heel gezond. De VN is gewoon een organisatie. Je moet streven om je werk zo goed mogelijk te doen.” Al is er ook een keerzijde: “Je kiest uiteindelijk voor een carrière die niet in je thuisland is. Ik vind het heel leuk om veel te reizen, maar andere mensen vinden dat misschien niet. Persoonlijke relaties onderhouden is niet altijd even evident.”

  De bijzondere veldervaringen bezorgden Guido onvergetelijke herinneringen. Zo werd hij op zijn 26ste verjaardag wakker op een tapijt in Panshir in Afghanistan en zag hij een kamelenkaravaan voor zijn ogen langslopen. Een andere keer vierde hij nieuwjaar met Centraal-Afrikaanse vluchtelingen in een vluchtelingenkamp in Congo. “Wij sliepen in een tent in het kamp. Als je bij UNHCR werkt, moet je er normaal na enkele uren weg. De mensen daar vonden het ontzettend leuk dat we bleven. We hebben samen oud en nieuw gevierd en dat was heel bijzonder.”

419343 10152081152550203 313993291 nOp uitstap in Afghanistan (Foto: Guido van Heugten)

“Kansen komen niet zomaar aanwaaien. Je moet er wel moeite voor doen.”

Met zo’n ervaring achter de kiezen, heeft Guido heel wat advies voor jongvolwassenen. “Het draait niet allemaal om studies of hoeveel activiteiten je ernaast doet. Het draait ook heel veel om karakter. Je moet integer, oprecht en gezond ambitieus zijn. Ga niet elleboogstotend van activiteit naar activiteit. Er komen heel veel momenten in je leven dat het even niet lukt. Je bent nog jong en je hebt nog tijd.” Hij raadt jongeren aan om via verschillende functies de mogelijkheden af te tasten. “Hoe meer stages je doet, hoe meer mensen je leert kennen en hoe groter je netwerk wordt. Het is heel belangrijk om te kijken wat je leuk vindt en waar je goed in bent en om een idee te krijgen van waar eventueel kansen liggen en waar je eventueel zou kunnen solliciteren.”

Veel ervaring opdoen is dus de boodschap. “Werkgevers, ook de Verenigde Naties, kijken ook naar je praktische vaardigheden. Wat maakt jou bijzonder? Welke talen spreek je? Welke resultaten heb je bereikt naast je studieresultaten? Dat zijn allemaal plusplunten. Werkgevers kijken naar veel meer dan enkel je diploma.” Daarnaast moeten jongeren initiatief durven nemen. “Kansen komen niet zomaar aanwaaien, je moet er wel moeite voor doen. Je moet blijven doorzetten en stages lopen. Je moet persoonlijke contacten leggen en je mag vooral niet te snel opgeven. Kijk ook niet alleen naar wat op vacaturesites staat, maar schrijf zelf organisaties aan. Bekijk niet alleen de bestaande kanalen, maar creeër ook zelf kansen.”

“Ik denk dat het vooral belangrijk is om jezelf te blijven ontwikkelen zodat je niet het gevoel hebt dat je stilstaat. Je moet jezelf blijven uitdagen en voelen dat je een positieve bijdrage levert aan het werk dat je aan het doen bent.” Jongeren die weten wat ze willen, moeten dan ook niet twijfelen, volgens Guido. “Je moet vooral niet bang zijn. Als je iets leuk vindt, moet je ervoor gaan. Je leeft maar een keer, grijp dus gewoon alle kansen die je krijgt. Laat de keuzes in je leven niet leiden door angst, maar door nieuwsgierigheid en passie.”

UNRIC BENELUX ([email protected])  –  Juli 2016  –  Auteur: Gaia Verhulst