Vrouwelijke wetenschappers in frontlinie van COVID-19-onderzoek

Vrouwelijke onderzoekers staan vooraan in de strijd tegen COVID-19: ze vervullen wereldwijd een fundamentele rol, bevorderen de kennis over het virus, ontwikkelen vaccins, behandelen patiënten en evalueren de verwoestende economische en sociale gevolgen van de pandemie.

De gezondheidscrisis heeft echter ongelijkheden in de wetenschap blootgelegd. Meisjes zijn op school sterk ondervertegenwoordigd in wetenschap, technologie, ingenieursvakken en wiskunde en vrouwen bekleden aan topuniversiteiten minder hoge functies dan mannen. De pandemie heeft de bestaande genderkloof vergroot, laboratoria gingen dicht en vrouwen kregen er meer zorgtaken bij.

Om dat probleem aan te pakken, “is onderwijs een van de beste manieren om gendergelijkheid te bereiken”, zegt prof. dr. Bartel Van de Walle, directeur van de United Nations University-MERIT (UNU-MERIT) in Maastricht. “In het afgelopen bewogen jaar hebben onze vrouwelijke onderzoekers en doctoraatsstudenten verschillende onderzoeksrapporten en beleidsnota’s over de COVID-19-pandemie opgesteld.” Bij UNU-MERIT spelen vrouwelijke onderzoekers een belangrijke rol bij onderzoek voor de 2030-Agenda.

Voor de Internationale dag van vrouwen en meisjes in de wetenschap (11 februari) interviewde UNRIC Racky Balde en Tatenda Zinyemba, twee doctoraatsstudenten aan UNU-MERIT, die beiden de impact van COVID-19 in Afrika hebben bestudeerd.

Waarom wou je wetenschapper worden?

Tatenda: Ik vind het niet alleen leuk om problemen op te lossen, ik ben ook altijd nieuwsgierig geweest waarom bepaalde individuen of groepen meer benadeeld of gemarginaliseerd zijn dan anderen.

Racky: Toen ik op de lagere school zat, heb ik een documentaire gezien over de economische ontwikkeling van enkele Aziatische landen die zich in de jaren 60 op hetzelfde niveau bevonden als mijn land, Senegal.  Ik was nieuwsgierig en verbaasd en wilde het proces van economische ontwikkeling begrijpen.

Waarom zouden meer vrouwen en meisjes betrokken moeten zijn in de wetenschap?

Racky: Het is essentieel. Vrouwen en meisjes beschikken over veel onbenutte capaciteiten die verandering kunnen creëren en kunnen bijdragen tot de economische ontwikkeling van hun land. Regeringen moeten meer geld ter beschikking stellen om meisjes aan te moedigen naar school te gaan en te blijven gaan, en meer specifiek in wetenschappelijke richtingen.

Tatenda: Vrouwen vertegenwoordigen meer dan de helft van de wereldbevolking en beschikken over dezelfde mentale eigenschappen als mannen. Daarom zou het normaal moeten zijn dat er in de wetenschap meer vrouwen en meisjes zijn.

Ben je tijdens je studie en loopbaan op obstakels gestuit die je mannelijke leeftijdsgenoten niet hadden? Zo ja, wat waren die?

Racky: Er bestaan sociale normen en opvattingen dat vrouwen en meisjes niet goed kunnen presteren in de wetenschap, in het bijzonder in sommige Afrikaanse landen. Dat heeft tot gevolg dat er niemand is die in hen gelooft. Ik had echter het geluk dat mijn ouders altijd in mij geloofden en mij stimuleerden om hoger te mikken, daarom heb ik tijdens mijn studies nooit problemen ondervonden. Maar op het vlak van carrière maken, ook al zit ik nog in de beginfase van mijn carrière, ben ik wel al tot het besef gekomen dat vrouwen harder moeten werken en niet op dezelfde manier als mannen over hun salaris kunnen onderhandelen.

Racky-Balde-wetenschap-onderzoek-vroueDoctoraatsstudente Racky Balde aan United Nations University-MERIT © UNU/H. Peijpers

Wat kan er nog gedaan worden?

Tatenda: Voortdurend opkomen voor vrouwen en ze beschermen, vooral daar waar ze ondervertegenwoordigd zijn.

Racky: Eerlijk gezegd moet er nog veel gedaan worden. Sociale normen moeten worden aangepakt, en dat begint al thuis. Ouders moeten zowel meisjes als jongens leren begrijpen dat vrouwen en mannen dezelfde vaardigheden hebben en dat geen enkel gender boven een ander staat. Op school moeten meisjes worden aangemoedigd om voor een wetenschappelijke loopbaan te kiezen. Er moet sociale bescherming zijn voor ouders in armoede om te voorkomen dat ze meisjes van school halen om ze te laten werken of uit te huwelijken. Op de werkvloer moeten bewustmakingssessies worden gehouden over vooroordelen tegen vrouwen en moet de loopbaanontwikkeling van vrouwen nauwlettend worden opgevolgd.

Racky, je huidige paper richt zich op de arbeidsmarkteffecten van COVID-19 in Burkina Faso, Senegal en Mali. Wat zijn je voornaamste bevindingen?

Racky: We hebben vastgesteld dat werknemers in de informele economie het moeilijker hebben door de COVID-19-pandemie. Informele werkers lopen meer kans hun baan te verliezen en hun inkomen te zien dalen. Dat geldt ook voor mensen die in risicosectoren werken, zoals restaurants, hotels, toerisme, schoonheidssalons (…) transport. Informele werknemers blijken het ook moeilijker te hebben om in hun basisbehoeften te voorzien tijdens de pandemie.

Tatenda, kan je uitleg geven over je onderzoek over hoe COVID-19 invloed heeft op bepaalde aspecten van de economie in Ghana?

Tatenda: We hebben gegevens uit 2016 in Ghana gebruikt om genderverschillen tussen informele bedrijven te onderzoeken. We merkten dat COVID-19 de genderkloof vergroot, vooral omdat vrouwen over het algemeen voor het gezin zorgen. Daarom zien vrouwelijke ondernemers hun verkoop harder dalen door de COVID-19-maatregelen dan mannen, aangezien vrouwelijke ondernemers voor hun kinderen moeten zorgen of andere zorgtaken of familieverplichtingen hebben.

Welk advies zou je geven aan jonge vrouwen die een loopbaan in de wetenschap nastreven?

Tatenda: Ga ervoor! Als anderen het kunnen, kan jij het ook.

Racky: Blijf sterk en gefocust. Het zal niet gemakkelijk zijn, maar (…) uitdagingen maken je sterker. Je hebt net als iedereen de capaciteiten en met hard werken zal je slagen.

Een betere toekomst

De VN-Secretaris-Generaal António Guterres stelt dat het van cruciaal belang is om meisjes toegang te geven tot het onderwijs dat ze verdienen om de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te bereiken.

“Vrouwen en meisjes horen thuis in de wetenschap. Toch hebben stereotypen vrouwen en meisjes weggeleid van wetenschapsgebieden. Het is tijd om te erkennen dat meer diversiteit tot meer innovatie leidt”, besluit hij.

 

Tatenda Zinyemba, geboren en getogen in Zimbabwe, heeft een master in Public Affairs en Economie en een bachelor in Wiskunde. Haar onderzoek richt zich op ongelijkheid in de gezondheidszorg, het onderwijs en op vlak van gender.

Racky Balde, afkomstig uit Senegal, heeft een master in Toegepaste Economische Wetenschappen en een bachelor in Economie. Ze is gepassioneerd door economische ontwikkeling en de empowerment van de meest economisch kwetsbare personen.

Meest recent