Alle hens aan dek om deze ‘once-in-a-lifetime’ pandemie te bestrijden

Secretaris-Generaal
© UN Photo/Evan Schneider

Alleen door samen te komen zal de wereld de COVID-19 pandemie en de schokkende gevolgen ervan het hoofd kunnen bieden. Tijdens een virtuele noodvergadering afgelopen donderdag hebben de leiders van de G20 stappen in de goede richting gezet. Maar we zijn nog ver verwijderd van een gecoördineerde, wereldwijde respons om ongekende omvang van wat ons te wachten staat te beantwoorden.

We zijn nog ver verwijderd van het afvlakken van de infectiecurve, we zijn er nog lang niet. Terwijl de ziekte er 67 dagen over deed om 100.000 mensen te besmetten, zullen er binnenkort dagelijks 100.000 mensen en meer besmet raken. Zonder gezamenlijke moedige acties zal het aantal nieuwe gevallen vrijwel zeker in de miljoenen lopen, waardoor gezondheidssystemen zullen bezwijken, de economie zal instorten en mensen tot wanhoop worden gedreven, waarbij de armste mensen het hardst worden getroffen.

We moeten ons op het ergste voorbereiden en alles doen om dat te voorkomen.  Daarom doe ik een oproep tot actie op drie domeinen — gebaseerd op wetenschap, solidariteit en slimme beleidsvorming.

Ten eerste, de verspreiding van het coronavirus onderdrukken.

Dat vereist agressief en vroegtijdig testen, het traceren van contacten. Ook quarantainemaatregelen, verzorging en maatregelen om eerstehulpverleners veilig te houden zijn nodig, in combinatie met maatregelen om verplaatsingen en contact met anderen te beperken. Dergelijke stappen moeten, ondanks de verstoringen die ze veroorzaken, worden volgehouden totdat er behandelingen en een vaccin beschikbaar zijn.

Het is van cruciaal belang om hierin de leiding van de Wereldgezondheidsorganisatie, een lid van de familie van de Verenigde Naties, te volgen; landen die op eigen houtje handelen – voor hun eigen bevolking – zullen de klus niet voor iedereen geklaard krijgen.

Ten tweede, het aanpakken van de vernietigende sociale en economische dimensies van de crisis.

Het virus verspreidt zich als een lopend vuurtje en zal zich waarschijnlijk snel verplaatsen naar het Globale Zuiden, waar gezondheidsstelsels tegen beperkingen aanlopen, mensen kwetsbaarder zijn en miljoenen in dichtbevolkte sloppenwijken wonen of in kampen voor vluchtelingen en intern ontheemden. Onder dergelijke omstandigheden kan het virus ontwikkelingslanden verwoesten en weer opduiken waar het eerder werd onderdrukt. In onze onderling verweven wereld zijn we slechts zo sterk als de zwakste gezondheidssystemen.

Het is duidelijk dat we het virus moeten bestrijden voor de hele mensheid, met de nadruk op mensen, vooral de zwaarst getroffenen: vrouwen, ouderen, jongeren, werknemers met lage lonen, kleine en middelgrote ondernemingen, de informele sector en kwetsbare groepen.

De Verenigde Naties heeft onlangs verslag uitgebracht over hoe de virale besmetting een economische besmetting is geworden, ze beschrijft de financiering die nodig is om deze schokken aan te pakken. Het Internationaal Monetair Fonds heeft verklaard dat we in een recessie zijn beland die net zo erg of erger is dan in 2009.

We hebben een alomvattend multilateraal antwoord nodig dat overeenkomt met een tweecijferig percentage van het mondiale Bruto Binnenlands Product.

Ontwikkelde landen doen het op eigen kracht, en sommige slagen er inderdaad in. Maar we moeten de middelen die beschikbaar zijn voor ontwikkelingslanden drastisch verhogen door de capaciteit van het IMF en die van andere internationale financiële instellingen uit te breiden – door de uitgifte van bijzondere trekkingsrechten – zodat ze snel middelen kunnen injecteren in de landen die ze nodig hebben. Ik weet dat dit moeilijk is omdat landen hun binnenlandse uitgaven met recordbedragen verhogen. Maar die uitgaven zullen tevergeefs zijn als we het virus niet onder controle krijgen.

Gecoördineerde uitwisselingen tussen centrale banken kunnen ook liquiditeit creëren naar opkomende economieën. Schuldverlichting moet ook een prioriteit zijn – en onmiddellijke kwijtschelding van rentebetalingen voor 2020.

Ten derde, beter herstellen.

We kunnen niet simpelweg terugkeren naar waar we waren voordat COVID-19 toesloeg, naar samenlevingen die onnodig kwetsbaar zijn voor een crisis. De pandemie heeft ons met kracht herinnerd aan de prijs die we betalen voor de zwakke punten in gezondheidsstelsels, in sociale bescherming en in openbare diensten. De pandemie heeft de ongelijkheden onderstreept en verergerd, vooral genderongelijkheid, en heeft blootgelegd hoe de formele economie in stand wordt gehouden door onzichtbare en onbetaalde zorgarbeid. Het heeft de aandacht gevestigd op de voortdurende uitdagingen op het gebied van mensenrechten, met inbegrip van stigmatisering en geweld tegen vrouwen.

We moeten onze inspanningen nu verdubbelen voor de bouw van inclusievere en duurzamere economieën en samenlevingen, die beter bestand zijn tegen pandemieën, klimaatverandering en andere mondiale uitdagingen. Het herstel moet leiden tot een andere economie. Ons stappenplan blijft Agenda 2030 en de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen.

Het systeem van de Verenigde Naties is volledig gemobiliseerd: we ondersteunen landen in hun respons, stellen wereldwijd onze toeleveringsketens ter beschikking en pleiten voor een wereldwijd staakt-het-vuren.

Het beëindigen van de pandemie is overal zowel een morele verplichting, als een kwestie van verlicht eigenbelang. Op dit ongewone moment kunnen we onze toevlucht niet nemen tot de gebruikelijke middelen. Buitengewone tijden vragen om buitengewone maatregelen. We staan voor een kolossale beproeving die beslissende, gecoördineerde en innovatieve actie vereist van iedereen, en voor iedereen.

António Guterres is de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties