China pleegt “ernstige mensenrechtenschendingen” in provincie Xinjiang: VN-mensenrechtenrapport

Mensenrechten

Uit een langverwacht rapport van het Bureau van de Hoge Commissaris van de VN voor de Mensenrechten (OHCHR) over wat China aanduidt als de Xinjiang Oeigoerse Autonome Regio (XUAR) blijkt dat er “ernstige mensenrechtenschendingen” tegen de Oeigoeren en “andere overwegend islamitische gemeenschappen” zijn gepleegd.

In het rapport dat woensdag werd gepubliceerd naar aanleiding van het bezoek van Michelle Bachelet, de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, in mei, staat dat “aantijgingen van patronen van foltering of mishandeling, zoals gedwongen medische behandeling en ongunstige detentieomstandigheden, geloofwaardig zijn, net als beschuldigingen van individuele incidenten van seksueel en op gendergerelateerd geweld”.

In een sterke beoordeling aan het einde van het rapport, zei OHCHR dat de omvang van willekeurige detenties tegen Oeigoeren en anderen, om “individuele en collectieve fundamentele rechten te beperken en ontzeggen, als internationale misdaden zouden kunnen worden beschouwd, in het bijzonder misdaden tegen de menselijkheid.”

 

Gedetailleerd onderzoek

Het VN-mensenrechtenbureau zei dat het rapport van woensdag gebaseerd is op een “rigoureuze beoordeling” van bewijsmateriaal waarover het bureau momenteel beschikt, de geloofwaardigheid ervan werd beoordeeld in overeenstemming met de methodologie standaard in mensenrechten.

“Bijzondere aandacht werd besteed aan de eigen wetten, beleidsmaatregelen, gegevens en verklaringen van de regering. Het Bureau heeft gedurende het hele proces ook informatie opgevraagd en een dialoog en technische uitwisselingen met China aangegaan.”

Het rapport werd gepubliceerd op de laatste dag van de vierjarige ambtstermijn van mevrouw Bachelet. Het beschrijft dat de schendingen hebben plaatsgevonden in de context van de bewering van de Chinese regering dat zij terroristen van de Oeigoerse minderheid aanpakt met een strategie tegen extremisme. Daarbij maakt de Chinese regering gebruik van zogenaamde beroepsopleidings- en trainingscentra, of heropvoedingskampen.

 

Terugkerende patronen

Volgens OHCHR heeft het regeringsbeleid van de afgelopen jaren in Xinjiang geleid tot terugkerende “patronen van ernstige en onrechtmatige beperkingen van een breed scala aan mensenrechten”.

Ook al is het systeem van de kampen volgens China “in omvang teruggebracht of opgeheven”, toch zegt OHCHR dat “de wetten en het beleid die eraan ten grondslag liggen van kracht blijven”, wat leidt tot een toenemend gebruik van gevangenschap.

De systemen van willekeurige detentie en gerelateerde patronen van misbruik sinds 2017 vinden volgens OHCHR plaats “tegen de achtergrond van bredere discriminatie” tegen Oeigoeren en andere minderheden.

 

Schendingen van het internationaal recht

Die discriminatie gaat om ” verregaande, willekeurige en discriminerende beperkingen van de mensenrechten en fundamentele vrijheden, in strijd met internationale wetten en normen”, waaronder beperkingen van de godsdienstvrijheid en het recht op privacy en beweging.

Het rapport omschrijft ook hoe het beleid van de Chinese regering in de regio “de grenzen heeft overschreden”, gezinnen heeft gescheiden, contacten heeft “verbroken” en “patronen van intimidaties en bedreigingen” heeft veroorzaakt tegen de bredere Oeigoerse diaspora die zich heeft uitgesproken over de omstandigheden in eigen land.

 

Aanbevelingen in het rapport

Een van de aanbevelingen die het VN-mensenrechtenbureau in het rapport doet, is dat de regering “onverwijld stappen” moet zetten om alle personen vrij te laten die willekeurig in de Xinjiang Oeigoerse Autonome Regio gevangen worden gehouden, of dat nu in kampen is of in een ander detentiecentrum.

China moet de families laten weten waar de personen die worden vastgehouden zich bevinden, met vermelding van de exacte locaties, en helpen om “veilige communicatiekanalen” te creëren en families toelaten zich te herenigen, volgens het rapport.

OHCHR zei dat de Chinese regering “de primaire plicht heeft om alle wetten en beleidsmaatregelen in overeenstemming te brengen met de internationale mensenrechtenwetgeving en om alle beschuldigingen van mensenrechtenschendingen onmiddellijk te onderzoeken, om de daders ter verantwoording te roepen en om de slachtoffers schadeloos te stellen”.

Het rapport vraagt om een snel onderzoek door de regering naar beschuldigingen van mensenrechtenschendingen in kampen en andere detentiefaciliteiten. Het gaat om “beschuldigingen van foltering, seksueel geweld, mishandeling, gedwongen medische behandeling, dwangarbeid en meldingen van sterfgevallen tijdens hechtenis”.

 

Chinees weerwoord

In een lange en gedetailleerde reactie die samen met het harde rapport werd gepubliceerd, zei de Chinese regering tot slot dat de autoriteiten in de regio Xinjiang werken volgens het beginsel dat iedereen gelijk is voor de wet, “en dat de beschuldiging dat haar beleid ‘gebaseerd is op discriminatie’ ongegrond is”.

China zei dat zijn antiterrorisme- en “de-radicaliseringsinspanningen” in de regio zijn uitgevoerd volgens “de regels van de rechtsstaat” en geenszins neerkomen op “onderdrukking van etnische minderheden”.

Wat de kampen betreft, antwoordde Peking dat ze “leerfaciliteiten zijn die in overeenstemming met de wet zijn opgezet en bedoeld zijn voor de-radicalisering” en geen “concentratiekampen”.

 

Geen “massale schending van rechten

“De wettige rechten en belangen van werknemers van alle etnische groepen in Xinjiang worden beschermd en er bestaat niet zoiets als ‘dwangarbeid'”, aldus de verklaring van China, dat eraan toevoegde dat er geen sprake was van “massale schending van rechten”.

In de verklaring wordt een beroep gedaan op de internationale gemeenschap om “duidelijk te zijn over de waarheid” van haar antiterreurcampagne in de regio, en “de onhandige voorstellingen en kwaadwillige motieven te doorzien van anti-Chinese krachten in de VS en het Westen, die proberen Xinjiang te gebruiken om China in toom te houden”.

In plaats daarvan roept zij de VN en andere internationale organisaties op om een onderzoek in te stellen naar “de door de VS en sommige andere westerse landen veroorzaakte mensenrechtenrampen en talrijke gepleegde misdaden, zowel in eigen land als daarbuiten”.

 

Bachelet’s missie in mei

De mensenrechtenchef ondernam haar missie in mei op uitnodiging van de Chinese regering en bezocht de Xinjiang Oeigoerse Autonome Regio om er de situatie te beoordelen.

Tijdens haar missie sprak mevrouw Bachelet met een reeks regeringsambtenaren, verschillende maatschappelijke organisaties, academici en gemeenschaps- en religieuze leiders. Bovendien had zij voorafgaand aan het bezoek online ontmoetingen met verschillende organisaties over de regio Xinjiang, Tibet, Hong Kong en andere delen van China.

Aan het eind van haar bezoek sprak zij haar bezorgdheid uit over de situatie in Xinjiang, Tibet, Hong Kong, het lot van mensenrechtenactivisten en over arbeidsrechten, maar prees zij China’s “geweldige prestaties” bij het verlichten van de armoede en het uitroeien van extreme armoede, tien jaar eerder dan de streefdatum.

Mevrouw Bachelet verwelkomde een aantal andere ontwikkelingen in het land, zoals wetgeving die vrouwenrechten verbetert, en het werk van ngo’s om de rechten van LGBTI’s, mensen met een handicap en ouderen te bevorderen.

De VN-chef voor de rechten onderstreepte de belangrijke rol die China op regionaal en multilateraal niveau te spelen heeft, en merkte op dat iedereen die zij tijdens haar bezoek ontmoette, van regeringsambtenaren, maatschappelijke organisaties, academici tot diplomaten, blijk gaf van een oprechte bereidheid om vooruitgang te boeken bij de bevordering en bescherming van de mensenrechten voor iedereen.

 

Artikel oorspronkelijk gepubliceerd op UN News.

Meest recent