Florence Raes

9 april 2018 – Florence Raes is afkomstig van Brussel, en studeerde Politieke Wetenschappen en Internationale Betrekkingen aan de Université Libre de Bruxelles (ULB) en Latijns-Amerikaanse studies aan de University of London. Na het afronden van haar studies werd Florence onderzoeker en docent aan de universiteit, waarna ze voor de VN begon te werken in Brazilië in 2001. Nadat ze opnieuw voor een korte periode onderzoeker was aan de universiteit in Sao Paulo, ging Florence terug bij de VN werken en is ze sinds 2017 de vertegenwoordigster van UN Women in Paraguay.

Wat is uw academische achtergrond, en hoe heeft dit volgens u uw carrière beïnvloed?

Ik studeerde politieke wetenschappen en internationale betrekkingen aan de Université Libre de Bruxelles. Ik deed mijn eerste Master in Latijns-Amerikaanse studies aan de University of London. Mijn tweede Masterdiploma was opnieuw aan de ULB en was ook gericht op politieke wetenschappen en internationale betrekkingen. Op dat moment verdiepte ik mij al veel meer in ontwikkelingsvraagstukken, en in feite ben ik rond deze vraagstukken blijven werken tijdens verschillende jobs. Ik zou zeggen dat de algemeen opgedane kennis van mijn studierichting heel nuttig bleek om te werken in diplomatie en ontwikkeling, maar eigenlijk waren het meer de keuzevakken en onderwerpen die ik heb gekozen die me de belangrijkste kennis hebben verschaft voor het werk dat ik vandaag doe. Ik heb veel onderzoek gedaan over plattelandsontwikkeling, sociale bewegingen, burgerschap, vrouwenrechten en gendergelijkheid. En uiteraard biedt de mix van die verschillende soorten activiteiten je een goede bagage om te werken bij de VN en in ontwikkelingslanden.

Wat was uw eerste job, zowel na het afstuderen als binnen de Verenigde Naties?

Mijn eerste job was aan de universiteit als onderzoeker en docent, in het instituut voor sociologie. Ik werkte rond dezelfde ontwikkelingsthema’s die ik eerder vermeldde. Toen al richtte mijn werk zich op Latijns-Amerika, omdat in die tijd Latijns-Amerikaanse regimes hun democratie transformeerden of consolideerden. Hierdoor waren er heel wat problemen op het politieke, sociale en economische vlak. In 2001 begon ik aan mijn eerste professionele ervaring binnen de Verenigde Naties in Brazilië. Dat was meteen na mijn eerste job bij de universiteit. Ik werkte er voor de voorloper van UN Women, dat toen nog UNIFEM heette, en vandaag bekend is als de VN-Eenheid voor Gendergeleijkheid en de Empowerment van Vrouwen. Daarna heb ik de VN een tijdje verlaten en ben ik teruggekeerd naar de universiteit, deze keer in Sao Paulo. Later ben ik opnieuw voor de VN gaan werken en volgens mij is net de combinatie tussen onderzoek en de VN zowel interessant als lonend geweest, niet enkel voor mij maar ook voor het werk dat ik doe. Het is goed om af en toe een stap terug te nemen en te reflecteren, alsook wat te systematiseren zodat je een groot deel van de informatie die je tijdens het werken op het terrein opneemt, kan verwerken. Terugkeren naar onderzoek is een handig hulpmiddel geweest om dingen in perspectief te zetten.

Wat houdt uw huidige job in en wat zijn de meest uitdagende en de meest lonende aspecten ervan?

Op dit moment ben ik de vertegenwoordigster van UN Women in Paraguay. Dit impliceert een combinatie van zowel politiek als diplomatie, omdat je veel samenwerkt met de nationale overheid, maar ook met andere overheidsactoren, het Congres, het Hooggerechtshof, lokale autoriteiten en het maatschappelijk middenveld. Dit kan zeker uitdagend zijn, gezien de context waarin de democratische dialoog tussen het maatschappelijk middenveld en de autoriteiten niet altijd optimaal is. Maar tegelijkertijd is dit ook een van de toegevoegde waarden en rollen van de VN en UN Women in het bijzonder. De mogelijkheid om te bemiddelen om de eisen van het maatschappelijk middenveld op een subtielere, diplomatieke of positieve manier bij de autoriteiten te brengen, is naar mijn mening een van de belangrijkste aspecten van mijn werk. Als senior manager bij de VN betekent dit ook veel programmabeheer, het definiëren van de prioriteiten, het managen van het team, het mobiliseren van middelen en het samenwerken met andere VN-agentschappen of ontwikkelingsactoren, alsook met de private sector.

Dus als je zou vragen wat ik echt leuk vind aan mijn job, dan zou ik de diversiteit ervan als antwoord geven. Getuige zijn van nieuwe wettelijke kaders of overheidsbeleid dat wordt voorgesteld, gestemd en geïmplementeerd, is naar mijn mening één van de meest lonende aspecten van mijn werk. En je kan hierbij de overheid en andere actoren ondersteunen om hun capaciteit uit te bouwen om iedereen echt te betrekken in sociale programma’s, armoedebestrijdingsprogramma’s of andere positieve maatregelen. Dit blijft echter een uitdaging voor de VN, want we moeten ook nadenken over onze rol en nagaan hoe we ons eigenlijk profileren. In sommige Afrikaanse landen is de tendens er nog steeds om ons eerder te zien als een directe aanbieder van diensten en goederen, in plaats van als een partner in ontwikkelingsmodellen. En in Latijns-Amerika is gendergelijkheid een zeer gevoelig politiek thema waardoor ons werk door de overheid soms als een buitenlandse inmenging in een nationale agenda ervaren wordt.

Florence Raes-Paraguay-UN Women-Field-Picture

Welke ervaring, functie of geografische plaatsing binnen het VN-systeem is voor u het meest gedenkwaardig/memorabel geweest?

Ik denk dat dit Mozambique zou zijn. Ik heb er vijf jaar gewerkt en deze ervaring was bijzonder lonend omdat het een hele uitdaging was. Er was een HIV-infectiepercentage van 40/45% bij vrouwen in de hoofdstad en in het zuiden van het land. Ik heb dus een aantal partners en collega’s in die periode aan HIV verloren. Het was een hardere en heel andere realiteit dan in Latijns-Amerika. In veel Afrikaanse landen heb je te maken met een hogere armoedegrens en/of een post-conflictsituatie, en daar zie je een deel van de impact op de vrouwen zelf als begunstigden van je programma’s. Dat is iets wat bijvoorbeeld moeilijker te zien is in Paraguay. Door het feit dat er een meer solide overheidsstructuur is in Paraguay, werk je hier meestal via de overheid.

In Mozambique werkten we veel rond het veranderen van de mentaliteit en het doorbreken van stereotypen rond gendergelijkheid. En ik was behoorlijk verbaasd dat mensen erg ontvankelijk waren voor concepten waar ze nog nooit van hadden gehoord. Deze mensen woonden immers in één van de meest afgelegen districten van Afrika en spreken enkel hun plaatselijke taal. Ik denk dat het echt belangrijk is voor de VN en voor de mensen om betrokken te zijn, en dat we de jongeren in andere gemeenschappen kunnen bereiken en het discours en de dialoog kunnen verschuiven in de richting van tolerantie en wederzijds begrip in plaats van haat of onderlinge verschillen. Dit alles is echt lonend, ontroerend en verrijkend gebleken.

Wat wordt volgens u over- of onderschat aan werken voor de Verenigde Naties en welk belangrijk en concreet advies zou u geven aan jongeren die vandaag een loopbaan bij de VN aspireren?

Ik denk dat mensen zich vaak niet bewust zijn van de impact dat werken bij de VN op je privéleven heeft. Uiteraard heb je die keuze zelf gemaakt, maar voor veel mensen betekent dit dat je het idee opgeeft om een gezin te stichten of voor vrouwen om kinderen krijgen. En hoewel dat je misschien op de hoogte bent over het feit dat de Secretaris-Generaal hier sterk op inzet wat intern beleid betreft, toch zie je nog steeds dat vrouwelijke medewerkers bij de VN minder kinderen hebben dan in andere sectoren. Ik heb kinderen, dus dit is persoonlijk minder van toepassing op mij, maar ik ken een heleboel collega’s en vrienden die hier op een bepaald moment in hun carrière echt mee worstelen, hetzij omdat ze in een moeilijke context leven of omdat ze vaak verhuizen. Het klinkt misschien sexy en aantrekkelijk, maar er zijn zeker ook negatieve kanten en je moet dus wat afwegingen maken. Tegelijkertijd geloof ik dat de mogelijkheid om verschillende mensen te ontmoeten, verschillende culturen te leren kennen en je kinderen hierbij te betrekken, nog steeds aantrekkelijker is dan de stabiliteit die je hebt als je thuis blijft.

Mijn advies aan jonge mensen zou zijn om ervoor te gaan! Hoewel de arbeidsmarkt in het algemeen niet zo eenvoudig is, is de VN één van die plaatsen waar je gemakkelijk vrijwilligerswerk kunt doen en er verschillende soorten flexibele contracten zijn om bij de VN te gaan werken. We hebben eigenlijk altijd mensen nodig bij de VN. De landen waar ik werkte, namen veel nationale vrijwilligers aan en boden nationale stages aan. Dus op die manier voer je niet alleen je programma uit, maar bouw je ook daadwerkelijk aan de vaarigheden van jonge mensen in het land zelf. Het is een eerste stap, en het geeft je zeker en vast een idee van wat de VN is en hoe de organisatie werkt. Het is een zeer interessante kans die je kan grijpen. Dus ik zou zeggen: ga ervoor, stuur je cv, solliciteer, denk niet dat de VN een enorme machine is met enorme HR-afdelingen waar je niet binnen kunt komen tenzij je hogerop bent geraakt. Er is absoluut veel flexibiliteit wat betreft contracten alsook wat betreft de locaties waar je kan solliciteren. We zijn eigenlijk grote voorstander om jonge, geïnteresseerde en betrokken mensen aan te nemen.