Internationale vrouwendag: “een crisis met het gezicht van een vrouw”

Door António Guterres, VN-Secretaris-Generaal.

Op Internationale vrouwendag, te midden van een wereldwijde pandemie, is een ding duidelijk: de COVID-19-crisis heeft het gezicht van een vrouw.

De pandemie verergert de grote ongelijkheid die al aanwezig was waarmee vrouwen en meisjes te maken krijgen, jarenlange vooruitgang op vlak van gendergelijkheid gaat zo verloren.

Vrouwen werken vaker in sectoren die het zwaarst getroffen zijn door de pandemie. De meeste hulpverleners in de frontlinie zijn vrouwen: velen behoren tot raciaal en etnisch gemarginaliseerde groepen en staan onderaan de economische ladder.

Vrouwen zijn 24% kwetsbaarder om hun baan te verliezen en hun inkomen sterker te zien dalen. De loonkloof tussen mannen en vrouwen, die al groot was, is nog groter geworden, ook in de gezondheidssector.

Onbetaalde zorg is drastisch toegenomen door de verplichting om thuis te blijven en de sluiting van scholen en kinderopvang. Miljoenen meisjes gaan misschien nooit meer naar school. Moeders, en dan vooral alleenstaande moeders, kampen met grote tegenslagen en angst.

Tegelijkertijd heeft de pandemie wereldwijd een epidemie van vrouwengeweld veroorzaakt, met een explosieve toename van huiselijk geweld, mensenhandel, seksuele uitbuiting en kinderhuwelijken.

Hoewel de meeste gezondheidswerkers vrouwen zijn, bleek uit een recente studie dat slechts 3,5% van de COVID-19-taskforces uit evenveel mannen als vrouwen bestaat. In de wereldwijde berichtgeving over de pandemie is slechts een op de vijf experts een vrouw.

Al die uitsluiting is op zichzelf al een noodsituatie. De wereld heeft een nieuwe stimulans nodig om vrouwelijk leiderschap en gelijke participatie te bevorderen. En het is duidelijk dat iedereen daar baat bij zal hebben.

De COVID-19-respons heeft de kracht en de doeltreffendheid van vrouwelijk leiderschap benadrukt. In het afgelopen jaar hebben landen met vrouwelijke leiders een lagere besmettingsgraad gehad en waren ze vaak beter voorbereid op herstel. Vrouwenorganisaties hebben fundamentele leemten ingevuld door cruciale diensten en informatie te verstrekken, vooral op het niveau van gemeenschappen.

Over de hele lijn zien we, wanneer vrouwen aan het hoofd staan van de regering, meer investeringen in sociale bescherming en betere armoedebestrijding. Wanneer vrouwen in het parlement vertegenwoordigd zijn, voeren landen een strenger beleid inzake klimaatverandering. Wanneer vrouwen rond de onderhandelingstafel zitten, zijn de akkoorden duurzamer.

Toch zijn vrouwen wereldwijd slechts voor een kwart vertegenwoordigd bij de nationale wetgevers, voor een derde bij lokale besturen en slechts voor een vijfde bij de ministers van kabinetten. Als we zo doorgaan, zal gendergelijkheid in de nationale wetgevende instanties niet voor 2063 worden bereikt. Pariteit tussen regeringsleiders zou meer dan een eeuw duren.

Een betere toekomst hangt af van de aanpak van dit onevenwichtige machtsverschil. Vrouwen hebben evenveel rechten om met gezag te spreken over de beslissingen die hun leven beïnvloeden. Ik ben er trots op dat ik gendergelijkheid heb bereikt bij het leiderschap van de Verenigde Naties.

Het herstel van de pandemie is onze kans om een nieuw en gelijkwaardig pad uit te stippelen. Steun- en stimuleringspakketten moeten specifiek gericht zijn op vrouwen en meisjes, onder meer door opgeschaalde investeringen in zorginfrastructuur. De formele economie functioneert alleen omdat ze gesubsidieerd wordt door de onbetaalde zorg van vrouwen.

Nu we herstellen van deze crisis, moeten we de weg uitstippelen naar een inclusieve, groene en veerkrachtige toekomst. Ik roep alle leiders op om zes belangrijke bouwstenen in te voeren:

Ten eerste, zorgen voor gelijke vertegenwoordiging – van raden van bestuur tot parlementen, van hoger onderwijs tot openbare instellingen – via speciale maatregelen en quota.

Ten tweede, sterk investeren in de zorgeconomie en sociale bescherming, en het bruto binnenlands product herdefiniëren om thuiswerk zichtbaar te maken en mee te rekenen.

Ten derde, de belemmeringen voor de volledige integratie van vrouwen in de economie wegnemen, onder meer door toegang tot de arbeidsmarkt, eigendomsrechten en gerichte kredietverlening en investeringen.

Ten vierde, alle discriminerende wetten op elk vlak afschaffen – van arbeids- en landrechten tot persoonlijke status en bescherming tegen geweld.

Ten vijfde moet elk land een noodplan opstellen om geweld tegen vrouwen en meisjes aan te pakken, en zorgen voor financiering, beleid en politieke wil om een einde te maken aan deze plaag.

Ten zesde, een mentaliteitsverandering creëren, mensen bewustmaken en systemische vooroordelen aan de kaak stellen.

De wereld heeft een kans om generaties van diepgewortelde en systematische discriminatie achter zich te laten.  Het is tijd om te bouwen aan een gelijkwaardige toekomst.

 

Meest recent