Migratie naar Europa: feiten, geen percepties 

In 2022 werden bijna 3,7 miljoen nieuwe verblijfsvergunningen uitgekeerd in de EU-lidstaten –de toestroom uit Oekraïne niet meegerekend – vergeleken met 2,9 miljoen in 2021 en 3 miljoen in 2019. Eurostat registreerde 875.000 nieuwe asielaanvragen, nog steeds zonder Oekraïense aanvragers. Dat is een stijging van 52% ten opzichte van 2021 en 38% ten opzichte van 2019.   

Ter gelegenheid van de Internationale dag van migranten op 18 december verdiept UNRIC zich in de betekenis van die cijfers. Gegevens van Eurostat, de Europese Commissie en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), een VN-agentschap, scheppen een duidelijker beeld van migratie in Europa, met de nadruk op feiten in plaats van percepties.   

5,3% niet-EU-burgers in de EU  

Op 1 januari 2022 woonden er 23,8 miljoen niet-EU-burgers in Europa. Dat komt neer op 5,3% van de 447 miljoen EU-inwoners. Driekwart van hen woont in Duitsland, Spanje, Frankrijk en Italië.   

Als mensen met het EU-burgerschap worden meegerekend, wonen er momenteel 38 miljoen mensen in de EU die buiten de EU zijn geboren, of 8,5% van de bevolking.  

Tel je daar de Europeanen bij, die zelf migreren tussen verschillende landen, dan stijgt het aandeel van alle buitenlanders die in de EU wonen tot 12,5%. Dat is lager dan in de meeste hoge-inkomenslanden, zoals Zwitserland (30,2% niet-staatsburgers), Australië (29,2%), IJsland (20,1%), Noorwegen (16,1%) of de Verenigde Staten (13,5%).   

Overweldigende meerderheid van migratie is regulier 

Ola Henrikson, regionaal directeur van de IOM in Brussel, legt uit dat de cijfers over irreguliere immigratie, zelfs als ze de krantenkoppen halen, in perspectief moeten worden geplaatst: “Laten we de cijfers voor Europa vergelijken met de geschatte 281 miljoen migranten wereldwijd in 2020, en 36,4 miljoen vluchtelingen in 2023. Daarvan reist de overgrote meerderheid op een veilige manier en via reguliere routes.”  

Op 27 november 2023 registreerde de IOM 264.000 irreguliere migranten die de EU via land of zee binnenkwamen, vergeleken met bijna 190.000 in 2022 en 150.000 in 2021 (goed voor 6,6% van de migratiestroom naar Europa vanuit andere werelddelen in datzelfde jaar).   

Europa is ook een land van emigratie  

In 2021 migreerden volgens de Europese Commissie 2,26 miljoen mensen naar Europa vanuit een ander continent. Dat staat in contrast met de 2,9 miljoen verblijfsvergunningen die in hetzelfde jaar werden uitgekeerd, waarin administratieve procedures die ook eerdere aankomsten weerspiegelen zijn opgenomen.   

Dat is lager dan de 2,5 miljoen mensen die in hetzelfde jaar vanuit Europa emigreerden, hetzij om naar elders in de wereld te gaan (1,12 miljoen) of om van land te veranderen binnen de EU-grenzen (1,4 miljoen).  

Daarnaast wonen 13,7 miljoen EU-burgers in een andere EU-lidstaat dan hun land van herkomst. Luxemburg heeft het hoogste aandeel niet-staatsburgers in zijn bevolking (47,1%), maar ook het grootste aandeel migranten uit andere Europese landen (91% van het totaal in 2021).  

In vier EU-landen, namelijk Kroatië, Griekenland, Litouwen en Roemenië, is de emigratie hoger dan de immigratie. 

“Een onderwerp dat vaker wordt gepresenteerd als een probleem dan als een kans”   

“Migratie op zich is geen dramatische gebeurtenis, maar eerder een gewone,” zegt Henrikson. Veel Europeanen zijn zelf migranten of hebben in het buitenland gestudeerd, wat we gewend zijn. Bepaalde groepen nieuwkomers, ook al vormen ze een minderheid, krijgen veel aandacht, zoals asielzoekers en irreguliere immigranten. En terecht, want velen sterven onderweg, op gevaarlijke zeeroutes, wat vragen oproept over reddingswerken, terwijl criminelen en smokkelaars erbij betrokken zijn.” IOM speelt een belangrijke rol hierin, ook bij de aanpak van vermiste personen in de Middellandse Zee.    

De kijk van media hierop verhult echter meer gewone en positieve aspecten van migratie, die ook economische groei en ontwikkelingssteun genereert (met geldoverschrijvingen naar hun landen van herkomst). “Het onderwerp wordt meestal benaderd als een probleem en niet als een kans“, legt de regionale directeur van de IOM in Brussel uit. De manier waarop over migratie wordt gesproken zorgt voor een bepaalde focus: er zijn meer “kliks” als we het hebben over mensen die sterven in de Middellandse Zee dan over Georgiërs die in Duitsland in de bouw komen werken.”   

Zonder migratie neemt de Europese bevolking af 

Zonder inkomende migratiestromen zou de Europese bevolking volgens de Europese Commissie met 500.000 mensen zijn afgenomen in 2019, omdat er meer sterfgevallen dan geboortes zijn. In 2020 en 2021, de jaren van de COVID-19-pandemie, daalde de Europese bevolking door die twee factoren en een lagere nettomigratie.  

“Demografie is een steeds belangrijkere uitdaging”, zegt Henrikson. Europa’s vergrijzende bevolking zet de pensioenstelsels onder druk en mensen in de EU verhuizen van oost naar west om vacatures in te vullen. De nationale wetgeving varieert, met bilaterale overeenkomsten tussen sommige landen. Situaties veranderen: in Zweden komen landbouwwerkers niet langer uit Bulgarije, omdat de lonen niet meer aantrekkelijk zijn, maar uit Vietnam en Thailand.”    

Migratie helpt tekort aan arbeidskrachten op te vullen  

In 2022 werkten 9,93 miljoen niet-EU-burgers binnen de EU-grenzen. Dat is 5,1% van de beroepsbevolking. De werkgelegenheidsgraad is beter voor Europeanen (77%) dan voor niet-Europeanen (62%), wat wijst op “structurele barrières en discriminatie, maar ook dat er een zwarte markt bestaat die taboe is“, zegt Paola Alvarez, IOM’s regionale specialist over arbeidsmobiliteit en sociale inclusie.   

Die informele markt is niet beperkt tot de landbouw, maar strekt zich uit tot productie, textiel, koeriersdiensten, restaurants en hotels.   

In 2022 waren niet-EU-werknemers oververtegenwoordigd in sommige sectoren, waaronder hotels en restaurants (waar 11,3% niet-EU-werknemers werken, tegenover 4,2% van alle activa in Europa), de bouw (9,1% tegenover 6,6%), administratieve en ondersteunende diensten zoals callcenters, logistiek en distributie (7,6% tegenover 3,9%) en huishoudelijk werk (5,9% tegenover 0,7%).    

Essentiële diensten, die tijdens de COVID-19-pandemie in het bijzonder naar voren zijn gekomen, bieden vooral werk aan immigranten. “Terwijl de discussie in Europa vooral gaat over ‘selectieve immigratie’ van hoogopgeleide mensen, is het niet duidelijk dat de markt alleen PhD’s nodig heeft,” zei Henrikson. De EU is zich hiervan bewust en probeert haar regelgeving aan te passen om professionals in de gezondheidszorg en “persoonlijke zorg” aan te trekken, en zo tegemoet te komen aan de noden van ouderen.   

  

Nuttige links: 

Meest recent