Richard Dictus

Richard Dictus

Na het behalen van een diploma in Public Administration and Development Studies, sloot Richard zich aan bij de Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling (UNIDO) in 1987 als Junior Professional Officer, in Zuid-Jemen. Daarna trad hij toe tot het VN-Ontwikkelingsprogramma  (UNDP), waar hij verschillende functies bekleedde: Soedan (1990-1992), Lesotho (1992-1994), Bangladesh (1994-1998), Pakistan (1998-2000), New York (2001-2005), Fiji (2005-2009), Malawi (2009-2012) en Bonn (2012-2016). Richard Dictus trad aan in zijn huidige functie als United Nations Resident Coordinator voor het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP) en Resident Representative (RR) en Designated Official voor veiligheid in de Arabische Republiek Egypte op 16 januari 2017

Wat is uw academische achtergrond? Heeft die studiekeuze een invloed gehad op uw latere carrière?

Ik heb overheidsadministratie en ontwikkelingsstudies gestudeerd aan de Technische Universiteit van Twente. Mijn studies, en ontwikkelingsstudies in het bijzonder, gaven me een sterke interesse in armoede, welvaarts- en welzijnsproblemen, niet alleen in Nederland maar ook daarbuiten. Gedurende deze tijd heb ik stage gelopen bij NOVIB (nu OXFAM) en de VN in New York. Als gevolg daarvan heb ik inzicht gekregen in de complexiteit van ontwikkelingssamenwerking op zich en, nog belangrijker, in hoe essentieel beleidsvorming voor ontwikkelingslanden is.

Wat was uw allereerste job nadat u afstudeerde en nadien binnen de Verenigde Naties?

Mijn eerste baan was bij het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken, wat me had kunnen leiden naar een leven als diplomaat. Maar ik was niet geknipt voor dat soort leven, en ontwikkelingskwesties en hun uitdagingen trokken me  steeds meer aan. Ik had het geluk om geselecteerd te worden voor één van de weinige Junior Professional Officer-functies (JPO)* die Nederland destijds sponsorde. Ik wist dat ik mijn niche had gevonden toen ik eind jaren tachtig JPO werd in Zuid-Jemen, een communistisch land op het einde van de koude oorlog. Tijdens deze periode heb ik ervaring opgedaan binnen een reeks fascinerende en diverse gebieden: van projecten voor mensen met een handicap tot het helpen organiseren van de eerste Nationale Milieuconferentie, vóór Rio +20, toen het verband tussen milieu en ontwikkeling nog maar net werd besproken.

Wat houdt uw huidige functie precies in? Welk aspect van uw job is het meest uitdagend en welk aspect geeft u het meeste voldoening?

Sinds ik bij de VN werk, houd ik sterk vast aan het feit dat we onszelf moeten blijven zien als een kracht van het goede. Dat we niet moeten stoppen met vechten om vrede te brengen en economisch, sociaal en politiek levendige en stabiele samenlevingen te creëren. Egypte, waar er momenteel sociaal-economische hervormingen plaatsvinden, is daar een goed voorbeeld van. De economische groei is opnieuw begonnen, maar een derde van de bevolking leeft nog steeds onder de armoedegrens. Egypte is een land met een enorm potentieel voor verandering. En deze situatie blijft mij motiveren. De VN kan de situatie verbeteren en de veranderingsprocessen versnellen.

Hebt u echter het gevoel dat de wereld en het Midden-Oosten zijn veranderd en dat globalisering een effect heeft in vergelijking met wanneer u begon?

Ja, in het verleden werd de VN gezien als een neutrale organisatie. Deze visie is veranderd, zoals nu blijkt uit de directe aanvallen op de VN.  Vredeshandhavingsmissies hebben geleid tot meer betrokkenheid  en de VN vatbaarder gemaakt voor dergelijke aanvallen. We worden niet langer gezien als neutraal en onafhankelijk, en conflicten in gebieden als het Midden-Oosten zijn inderdaad mondiaal geworden. Veel zaken kunnen niet langer door dialoog alleen opgelost worden. De complexiteit waar we nu naar kijken, is van een andere schaal en heeft bredere gevolgen. En toch doen we vandaag de dag een complexere klus, maar met minder middelen dan voorheen.

Welke ervaring, land of functie binnen het VN-systeem was het meeste memorabel voor u?

Zonder enige twijfel, mijn vier jaren als Executive Coordinator voor het VN-Vrijwilligersprogramma. Het was een waar voorrecht om te werken met mensen die een deel van hun carrière willen wijden aan het werken in zeer moeilijke omstandigheden, over de hele wereld (zo’n 122 landen – de VN kan niet zonder hun inzet). Hun passie om als VN-vrijwilliger een verschil te maken in de meeste uitdagende delen van de wereld, maakt het één van de meest nobele doelen van de VN. Het is een doel en ervaring waar ik altijd inspiratie zal kunnen uithalen.

Wat wordt volgens u onderschat aan werken bij de VN en wat voor concreet advies zou u geven aan jongeren die vandaag een carrière willen starten bij de VN?

Simpel gezegd, je moet in staat zijn om de disfunctionaliteit van de organisatie te beheren. We zullen nooit de middelen krijgen waar we op hopen, ook al staat er ons een moeilijke taak te wachten. Maar hoewel de diversiteit van het personeel niet altijd even gemakkelijk is, is het ook zijn kracht. In Egypte, bijvoorbeeld,  werkt er personeel uit Korea, Japan, Kenia en Ecuador die allemaal samenkomen met unieke ervaringen, capaciteiten en vaardigheden die de VN veelzijdig en aanpasbaar maken.

Als je vastbesloten bent om voor de VN te werken, moet je talen spreken, belezen zijn en eerst op een moeilijke plaats werken gedurende ten minste 2 jaar, bijvoorbeeld bij een maatschappelijke organisatie of als VN-vrijwilliger. Als je daarna nog gemotiveerd bent, dan ben je er klaar voor! Maar als je op zoek bent naar een glamoureuze levensstijl op het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York of Genève en je je teveel richt op een Europese of nationale manier van zakendoen, dan is dit niet waar de VN om draait.

* Het Junior Professional Officers (JPO) Programma bij de Verenigde Naties is een vormingsinitiatief om jonge deskundigen de kans te bieden ervaring op te doen in een aantal VN-organisaties.

Richard Dictus