VN-armoede-expert: “Prioriteit moet gaan naar het bevorderen van gelijkheid.”

Olivier-de-schutter

De Speciale VN-Rapporteur voor extreme armoede en mensenrechten, Olivier De Schutter, begon zijn driejarig mandaat in mei 2020 in volle COVID-19-crisis.

De Belgische jurist en hoogleraar internationaal recht wil zich inzetten om “het geweten van regeringen wakker te schudden en hen aan te sporen om de rechten van mensen in extreme armoede serieus te nemen”. Voor hem is “de expertise van mensen in extreme armoede onvervangbaar en moeten zij een prominentere plaats krijgen in de besluitvorming.”

UNRIC had de eer om de M. De Schutter te interviewen over zijn prioriteiten, de COVID-19 pandemie, zijn hoop voor de toekomst en zijn motivatiebron.

Wat zijn uw prioriteiten als nieuwe Speciale VN-Rapporteur voor extreme armoede en mensenrechten?

De economische en sociale crisis veroorzaakt door COVID-19 heeft de tekortkomingen van onze sociale bescherming blootgelegd. Het moet duidelijk zijn: we zijn er nog lang niet. 55% van de wereldbevolking heeft helemaal geen sociale bescherming en slechts 29%, geconcentreerd in rijke landen, is in alle levensfasen gedekt.

De prioriteit is dan ook om alle landen aan te moedigen om een sociale beschermingsvloer op te stellen, zoals zij in 2012 hebben toegezegd door aanbeveling nr. 202 van de Internationale Arbeidsorganisatie aan te nemen.

Ook doel 1.2 van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen moet hen hiertoe aanzetten, het is een belangrijk instrument voor de uitroeiing van armoede. Het bepaalt dat het percentage van mensen dat in armoede leeft tegen 2030 met ten minste de helft moet zijn gedaald.

Tijdens de gezondheidscrisis heeft een groot aantal landen met spoed overschrijvingssystemen voor contant geld gecreëerd om de meest kwetsbare groepen te helpen, of ze hebben de voorwaarden voor toegang tot de bestaande systemen versoepeld. Die systemen moeten duurzaam worden gemaakt en een beleid van permanente sociale bescherming moet worden aangemoedigd. Mijn pleidooi zal ook gericht zijn om de internationale solidariteit voor het recht op sociale zekerheid te versterken.

Hoe kunt u deze prioriteiten in de praktijk brengen?

Mijn rol is om regeringen te waarschuwen voor kwesties die ze moeten vermijden, maar ook om hen opkomende praktijken en oplossingen te helpen identificeren. We houden daarbij rekening met de voorstellen die voortvloeien uit de inventiviteit van mensen die in armoede leven of van de organisaties die hen vertegenwoordigen. 

We doen dit door aan de VN Algemene Vergadering en de Mensenrechtenraad te rapporteren, maar ook met zogenaamde beschuldigingenbrieven die we naar regeringen sturen, waarin we hen vragen bepaalde informatie die we ontvangen toe te lichten. We voeren ook missies uit naar landen die ons uitnodigen.

Wat zijn de gevolgen van de pandemie voor de armste bevolkingsgroepen?

De COVID-19-crisis zal leiden tot een grote economische recessie, van de orde van 4% wereldwijd. Ontwikkelingslanden zijn het kwetsbaarst: de last van hun buitenlandse schuld is aanzienlijk en ontneemt hen de mogelijkheid om ambitieuze economische herstelplannen te lanceren.

Bovendien zijn die landen vaak sterk afhankelijk van grondstoffenexport, waarvan de prijzen op hun laagst staan, en van de bedragen die door migranten worden overgemaakt en als gevolg van de crisis gekelderd zijn.

Bovendien heeft 61% van de wereldwijde beroepsbevolking, of 2 miljard mensen, een onzekere baan in de informele economie zonder sociale bescherming. In arme landen is dit aandeel nog hoger. Het effect van de pandemie op de armoedecijfers zal dan ook dramatisch zijn. Bijna 180 miljoen meer mensen zullen hun inkomen zien dalen tot onder de 3,20 USD per dag.

Op het gebied van armoedebestrijding en ontwikkeling zullen jarenlange inspanningen en vooruitgang in één klap teniet worden gedaan. En zoals altijd zijn vrouwen het kwetsbaarst omdat ze oververtegenwoordigd zijn in de meest getroffen sectoren. 

Wat zijn de oplossingen?

We moeten een ontwikkelingsmodel creëren dat sociale integratie en ecologische duurzaamheid centraal stelt in het overheidsbeleid. Economische groei wordt al te lang beschouwd als de sleutel tot de oplossing van al onze problemen. Maar die redenering dateert uit de vorige eeuw en laat nu haar grenzen zien.

Prioriteit moet gaan naar het bevorderen van gelijkheid, omdat samenlevingen met de laagste inkomensverschillen beter zijn uitgerust voor de uitdagingen waarmee ze worden geconfronteerd, en omdat solidariteit een voorwaarde is voor een ecologische overgang.

Het is zo’n ontwikkelingsmodel dat de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen voor ogen hebben.

Wat is uw motivatie in de strijd tegen extreme armoede?

Als zoon van een diplomaat had ik de kans om tot mijn late tienerjaren veel te reizen in ontwikkelingslanden. Mijn jaren in India en Rwanda hebben een sterke indruk nagelaten, maar ook mijn mandaat als Speciaal Rapporteur voor het recht op voedsel tussen 2008 en 2014. Ik begreep toen dat het niet genoeg is om onberispelijke wetenschappelijke rapporten te hebben om regeringen en andere actoren tot actie aan te zetten. Daarvoor moet je zowel de bevindingen van wetenschappers als de zorgen van mensen die in armoede leven aan de besluitvormers communiceren. Daarmee kunnen zij de verwachtingen beter begrijpen en efficiënter gebruikmaken van de instrumenten die hun ter beschikking staan. Ik zal hier volledig voor inzetten.

Meer informatie vind je op de pagina van de Speciale Rapporteur voor extreme armoede en mensenrechten.