VN roept op tot strengere wetten voor luchtvervuiling

Luchtvervuiling van een fabriek in Estland © Wereldbank, Curt Canemark
© Wereldbank, Curt Canemark

De Verenigde Naties publiceerden op 2 september een nieuw rapport over de wereldwijde luchtvervuiling. Daaruit blijkt vooral dat de huidige wetgeving over luchtkwaliteit niet ambitieus genoeg is. De normen, die soms niet of onvoldoende bestaan, voldoen niet aan de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie.

“De luchtkwaliteit blijft verslechteren ondanks de wildgroei aan wetten en regels die gericht zijn op het bestrijden van luchtvervuiling”, zegt Inger Andersen, hoofd van het VN-Milieuprogramma (UNEP).

Na evaluatie van de luchtkwaliteitswetgeving in 194 landen blijkt dat slechts een derde van de landen wettelijke normen heeft voor het beheer of de behandeling van luchtvervuiling over de landsgrenzen heen.

Juridisch vacuüm

Het rapport gaat niet alleen in op de wettelijke maatregelen die bepalen of aan de luchtkwaliteitsnormen wordt voldaan, maar ook op de bestaande procedures die in werking treden als dat niet het geval is.

Volgens de studie heeft 43% van de landen geen wettelijke definitie van luchtvervuiling en heeft 31% van de landen nog geen wettelijk bindende normen voor de luchtkwaliteit aangenomen.

Bovendien beschikt 37% van de staten niet over de wettelijk verplichting om nationale mechanismen voor monitoring van de luchtkwaliteit op te richten. Die zijn nochtans cruciaal om te begrijpen hoe de luchtkwaliteit een invloed heeft op de bevolking.

En hoewel luchtvervuiling geen landsgrenzen kent, blijkt uit de analyse ook dat slechts een derde van de onderzochte landen wettelijke mechanismen heeft om luchtvervuiling over de landsgrenzen heen te beheersen of aan te pakken.

Geboekte vooruitgang

Hoewel er nog aanzienlijke uitdagingen blijven, heeft het rapport ook aandacht voor de vooruitgang die verschillende landen hebben geboekt en die volgens de UNEP-topvrouw “kan dienen als basis voor een duurzaam beheer van de luchtkwaliteit, die de gezondheid en het welzijn van mensen beschermt en de drievoudige planetaire crisis kan bestrijden ”.

“Veel landen hebben nu grondwettelijke bepalingen die het mogelijk maken om het recht op schone lucht in de wet vast te leggen”, zegt Inger Andersen. “Informatie over de luchtkwaliteit is een goed ingeburgerd recht in veel landen, en in verschillende delen van de wereld verbeteren rechtszaken van openbaar belang ook het luchtkwaliteitsbeleid.”

Duurzaam beheer

Het rapport stelt dat er geen oplossingen op korte termijn zijn om de luchtvervuiling te bestrijden en benadrukt het belang van een duurzaam beheer om de luchtkwaliteitsnormen en gezondheidsdoelstellingen te behalen.

Dat kan alleen met wetgeving voor de controle van de luchtkwaliteit, waarin verantwoording, afdwingbaarheid, transparantie en inspraak van het publiek centraal staan. “Alle landen moeten hun ambities voor mitigatie verhogen”, zei ze.

Lucht als fundamenteel publiek goed

Het Global Air Pollution Law Assessment biedt aanbevelingen om het luchtkwaliteitsbeheer te versterken en landen te begeleiden om luchtvervuiling effectief aan te pakken. Zo dragen ze bij om de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) behalen.

Om de luchtkwaliteit te verbeteren, hebben we nood aan een wereldwijd wettelijk kader voor luchtkwaliteitsnormen. Daarnaast zijn regionale rechtsinstrumenten nodig, in het bijzonder in de EU, die de verschillende landen verplichten om betrouwbare rechtssystemen in te voeren op nationaal niveau die de luchtkwaliteit controleren.

“De lucht die we inademen is een fundamenteel publiek goed en regeringen moeten meer doen om ervoor te zorgen dat ze schoon en gezond is”, zei Inger Andersen nog. “UNEP zet zich in om de hulp aan landen uit te breiden om de vervuilingscrisis aan te pakken en zo de gezondheid en het welzijn van iedereen te beschermen. “