Vrouwen in justitie: een krachtige boodschap van drie baanbrekende rechters

Gendergelijkheid in de rechterlijke macht is al jaren in onevenwicht, ook bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ), het belangrijkste gerechtelijke orgaan van de Verenigde Naties.

De eerste vrouw die in 1995 tot lid van het ICJ werd gekozen, was Dame Rosalyn Higgins, die in 2006 ook de eerste vrouwelijke president van het Hof werd.

Op dit moment zijn vier van de vijftien rechters bij het Hof vrouwen, waaronder de voorzitster van het Hof, Joan E. Donoghue. In totaal heeft het Hof in zijn geschiedenis vijf vrouwelijke rechters gekend, tegenover 106 mannelijke rechters.

De deelname van vrouwen aan het rechterlijke systeem is essentieel om ervoor te zorgen dat de rechtbanken de samenstelling van de samenleving weerspiegelen en tegemoetkomen aan de zorgen van de burgers. Vrouwelijke rechters vergroten de legitimiteit van rechtbanken en geven een krachtig signaal af dat de rechtbanken open en toegankelijk zijn voor iedereen die gerechtigheid zoekt.

Voor de Internationale dag van vrouwelijke rechters (10 maart) interviewde UNRIC drie vrouwelijke rechters: Hanqin Xue, rechter bij het ICJ sinds 2010 en vicepresident van 2018 tot 2021; Hilary Charlesworth, rechter bij het ICJ sinds november 2021; en Dame Rosalyn Higgins, rechter bij het ICJ van 1995 tot 2009 en president van 2006-2009.

“De strijd voor vrouwenemancipatie is al heel lang aan de gang. Toch had het Hof pas in 1995 een vrouwelijke rechter. Dat is laat. Het is hoog tijd om de prestaties van vrouwen, de bijdragen van vrouwen en hun bekwaamheid en talenten op internationaal gebied te erkennen”, zei rechter Hanqin Xue aan het begin van haar interview.

 

1. Hoe zou u de vooruitgang op het gebied van gendergelijkheid bij het ICJ, of meer in het algemeen bij de rechterlijke macht, beschrijven?

Hanqin Xue (HX): Tot nu toe is nog geen derde van de [ICJ] rechters een vrouw. Het is hoog tijd om de prestaties van vrouwen te erkennen. De Verenigde Naties hebben een sleutelrol gespeeld en zijn een drijvende kracht achter de bevordering van gendergelijkheid. Je moet mensen voortdurend voorlichten over gendergelijkheid om het traditionele vooroordeel over vrouwelijke professionals tegen te gaan. Het gaat niet zozeer over het aantal, maar over de houding. Als drie of vijf of de helft van de leden vrouwelijke rechters zijn, maakt dat niet zoveel verschil. Het is pas wanneer mensen geen aandacht meer besteden aan het aantal vrouwelijke rechters, dit betekent dat het geen probleem meer is. En momenteel hebben we nog steeds een kloof te dichten.

Hilary Charlesworth (HC): In de 28 jaar sinds Dame Rosalyn Higgins voor het eerst in het Hof werd gekozen, zijn er nog vier vrouwen gekozen, waaronder ikzelf. Dit wijst op een vrij trage vooruitgang. Dit jaar zijn er verkiezingen voor het Hof, maar waarschijnlijk zal het aantal vrouwelijke rechters dalen of gelijk blijven, dus ik denk niet dat de vooruitgang op die manier verzekerd is. In de toekomst zou ik graag een sneller tempo van verandering zien. Het VN-systeem streeft naar 50-50 gendergelijkheid op alle niveaus, en ik zou graag zien dat het Hof dat ook bereikt. Dat is natuurlijk niet aan het Hof zelf, maar aan de nationale groepen die verantwoordelijk zijn voor de benoeming van rechters en de staten die deze benoemingen steunen. Op langere termijn zou ik graag zien dat de verkiezing van vrouwelijke rechters voor het Hof niet langer een issue is, maar gewoon als vanzelfsprekend wordt beschouwd.

Dame Rosalyn Higgins (RH): Om die positie te bereiken moeten vrouwen extreem hard werken en zeer bekwaam zijn. Ik ben echter voor kwaliteit en als de beste persoon een vrouw is, is dat prachtig, als de beste persoon uit een etnische minderheid komt, is dat prachtig, maar ik ben niet op zoek naar gendergelijkheid. Het publiek verwacht wel dat een rechtbank die uitspraken doet die hen, of hun familieleden, of zaken die hen na aan het hart liggen, aangaan, wordt geleid door mensen die er niet anders uitzien dan zijzelf. Er moet diversiteit zijn om de samenleving te weerspiegelen, niet op basis van pariteit of percentage, maar om de bevolking in het algemeen te vertegenwoordigen door de meest bekwame mensen die er zijn.

2. Welke initiatieven kunnen ervoor te zorgen dat de staten die partij zijn alle passende maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat vrouwen, op gelijke voet met mannen, kunnen deelnemen aan het gerechtelijk werk en het werk van het Hof?

HX: Om meer vrouwelijke rechters voor het Hof verkozen te krijgen, is het belangrijk om op nationaal niveau te beginnen, want de nationale groepen dragen kandidaten voor. Elke nationale groep moet gendergelijkheid in gedachten houden. Het is hoog tijd dat we dit bij de staten bovenaan de agenda zetten. En ten tweede is het noodzakelijk dat op VN-niveau, waar leden [van het ICJ] worden verkozen door de Veiligheidsraad en de Algemene Vergadering, de nodige aandacht wordt besteed aan competente vrouwelijke kandidaten.

HC: De artikelen 7 en 8 van het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW) zijn twee belangrijke bepalingen die staten oproepen om te zorgen voor gelijke toegang van vrouwen tot het openbare leven op nationaal en internationaal niveau. Artikel 8 roept de staten specifiek op alles in het werk te stellen om vrouwen gelijke kansen te bieden om deel te nemen aan de werkzaamheden van internationale organisaties. Dat is heel relevant voor het Hof. Bovendien zou de 6e Commissie van de Algemene Vergadering, de Juridische Commissie, staten kunnen aanmoedigen om meer vrouwen voor te dragen voor verkiezing in internationale hoven en tribunalen.

RH: Een deel van het antwoord ligt bij de staten. In het begin van mijn tijd bij het Hof heeft de Secretaris-Generaal een formele verklaring afgelegd dat staten, wanneer zij de mogelijkheid zien, een vrouw moeten aanbevelen voor een hoge functie, als de vrouw van vergelijkbare kwaliteit is. Hij had het niet alleen over rechtbanken maar over het VN-systeem in het algemeen. Het andere deel van het antwoord gaat over onderwijs. Het probleem gaat helemaal terug naar kansen en ontwikkeling in de schooljaren, willen vrouwen later op basis van kwaliteit naar voren komen. Het is belangrijk dat meisjes op school dezelfde kansen krijgen als jongens. Zodat in een later stadium vrouwen door kunnen stromen naar juridische topscholen.

 

3. Heeft u als vrouwelijke rechter ooit het gevoel gehad zich meer te moeten bewijzen vanwege uw geslacht, om uw positie te bereiken?

HX: Zeker, de hele tijd. Het is nooit vanzelfsprekend. Wanneer een vrouw een hoge positie inneemt, hebben mensen de neiging eerst te twijfelen voordat ze haar rol en bekwaamheid erkennen. Zo’n houding bestaat, bewust of onderbewust.

HC: Wanneer vrouwen in een minderheid zijn in een omgeving als deze, vallen zij meer op, wat soms leidt tot meer aandacht voor vrouwen in internationale hoven en tribunalen. Veel mensen zullen bij het noemen van vrouwelijke rechters vaak “vrouwelijke rechter” vermelden, terwijl mannelijke rechters niet als zodanig aangeduid worden. We gaan er gewoon van uit dat een mannelijke rechter de norm is. Ik hoop dat we zover komen dat we niet meer “vrouwelijke rechter” worden genoemd, maar gewoon rechter.

RH: Nee, ik heb niets moeten overwinnen toen ik naar het ICJ ging. Ze moesten wel een apart damestoilet voor me bouwen en ze moesten eraan herinnerd worden dat ik een handdoek en zeep nodig had, maar dat is het ergste dat ooit is gebeurd.

 

4. Hoe zou u de betekenis van uw rol als vrouwelijke rechter bij het ICJ omschrijven?

HX: Of je nu een vrouw of een man bent, de rol voor het rechterlijke werk is voor iedere rechter hetzelfde. Maar, zoals ik in mijn carrière heb gemerkt, moeten vrouwelijke professionals altijd veel harder werken om succes te boeken.  Naast gendervooroordelen op de werkvloer, moeten zij ook de uitdagingen van gezinsverantwoordelijkheden en loopbaanontwikkeling overwinnen. Ik hoop dat onze rol als vrouwelijke rechter bij het ICJ de mentaliteit van mensen zal veranderen en vrouwelijke professionals meer zal aanmoedigen.

HC: Tijdens de COVID-pandemie werd in heel wat studies onderzoek gedaan naar goede besluitvorming. Ik was onder de indruk van een bepaald artikel waarin stond dat de beste beslissingen werden genomen wanneer een reeks perspectieven met verschillende achtergronden rond de tafel was vertegenwoordigd, en dat er problemen met de besluitvorming zouden ontstaan met een monoculturele mentaliteit rond de tafel. Daarom is het eerste aspect van het belang om – misschien niet genoeg, maar wel – enkele vrouwen rond de tafel te hebben, de verscheidenheid aan perspectieven die we krijgen. Ten tweede, wijst het Statuut van het Hof op de noodzaak van geografische diversiteit. Hoewel dat heel belangrijk is, moet ook naar andere vormen van diversiteit worden gekeken. En natuurlijk is geslacht slechts één andere vorm van diversiteit, er zijn er vele andere. Ten derde, is de betekenis van meer vrouwen rond de tafel symbolisch, het geeft een krachtig signaal over de positie van vrouwen.

RH: Over het algemeen vinden mensen mijn rol met betrekking tot gendergelijkheid belangrijker dan ikzelf. Ik was gewoon blij dat ik tot rechter werd gekozen en vervolgens blij dat ik tot voorzitter werd gekozen.

 

5. Welke boodschap zou u willen overbrengen aan de volgende generatie vrouwelijke rechters?

HX: Ik zou jonge vrouwelijke advocaten willen aanmoedigen om hard te werken en te streven naar uitmuntendheid. Toch hangt het niet alleen van inspanning af, maar ook van een beetje geluk om de juiste kansen te krijgen. Met zoveel veelbelovende jonge internationale vrouwelijke advocaten ben ik ervan overtuigd dat we een toenemend aantal vrouwelijke rechters in internationale en nationale rechtbanken zullen zien.

HC: Mijn boodschap zou zijn “doe het beste in alles wat je onderneemt”. Ik moedig mensen aan om grootse strategieën te vermijden en eerder op korte termijn te denken en zo goed mogelijk te presteren. Het is ook heel belangrijk om te proberen een evenwicht te vinden tussen werk en privéleven, wat je zowel in je beroep als in je privéleven zal helpen.

RH: Ik herinner me dat ik te horen kreeg “het is sowieso moeilijk als carrière, het zal moeilijker zijn als vrouw, maar probeer het”. Niemand zei me “probeer het niet”, “doe het niet”. Dus mijn advies is: laat je niet snel afschrikken. Probeer te doen wat je wilt doen in het leven en denk geen moment dat je geslacht een nadeel is. Je moet alles geven en nooit een “nee” accepteren.

 

Meer info

 

Meest recent