Biodiversiteitsakkoord bereikt op COP15

De conferentie van de Verenigde Naties over biodiversiteit (COP15) sloot op 19 december 2022 in Montreal, Canada, af met een overeenkomst die als leidraad dient voor wereldwijde actie voor de natuur tot 2030. Vertegenwoordigers van 188 regeringen kwamen de afgelopen twee weken in Montreal bijeen voor deze belangrijke top.

Op de laatste dag van COP 15, voorgezeten door China en georganiseerd door Canada, werd het internationaal biodiversiteitskader (of Global Biodiversity Framework of GBF) van Kunming-Montreal goedgekeurd. Het GBF beoogt het verlies aan biodiversiteit aan te pakken, de ecosystemen te herstellen en de rechten van de inheemse bevolking te beschermen. Het plan omvat concrete maatregelen om het verlies aan natuur te stoppen en om te keren, onder meer door tegen 2030 30% van de planeet en 30% van de aangetaste ecosystemen onder bescherming te stellen. Het bevat ook voorstellen om de financiering voor ontwikkelingslanden te verhogen – een belangrijk knelpunt tijdens de besprekingen.

De inzet kon niet hoger zijn: de planeet beleeft een gevaarlijke achteruitgang van de natuur als gevolg van menselijke activiteit. Het verlies aan leven is het grootst sinds de dinosauriërs. Een miljoen planten- en diersoorten worden nu met uitsterven bedreigd, vele binnen enkele tientallen jaren.

 

Internationaal biodiversiteitskader

Het GBF bestaat uit vier overkoepelende internationale doelstellingen om de natuur te beschermen:

  1. het door de mens veroorzaakte uitsterven van bedreigde soorten stoppen en het tempo waarin alle soorten uitsterven tien keer zo snel terugdringen tegen 2050;
  2. duurzaam gebruik en beheer van biodiversiteit zodat de waarde van de natuur voor de mens wordt gewaardeerd, in stand gehouden en verbeterd;
  3. eerlijke verdeling van de voordelen van genetische hulpbronnen, en digitale informatie over die hulpbronnen;
  4. toegang tot adequate middelen voor de uitvoering van het GBF voor alle partijen, met name de minst ontwikkelde landen en kleine eilandstaten in ontwikkeling.

Inger Andersen, directeur van het VN-Milieuprogramma (UNEP), benadrukte dat de uitvoering nu centraal staat: “Het succes zal worden afgemeten aan onze snelle en consistente vooruitgang bij de uitvoering van wat we zijn overeengekomen. Het hele VN-systeem is erop gericht de uitvoering ervan te ondersteunen, zodat we echt vrede kunnen sluiten met de natuur.”

Het GBF bevat ook 23 doelstellingen die tegen 2030 moeten worden bereikt, waaronder:

  • Doeltreffend behoud en beheer van ten minste 30 procent van het land, de kustgebieden en de oceanen in de wereld. Momenteel wordt 17% van het land en 8% van de zeegebieden beschermd;
  • Herstel van 30% van de ecosystemen op het land en in de zee;
  • Vermindering tot bijna nul van het verlies van gebieden met een grote biodiversiteit en een grote ecologische integriteit;
  • Halvering van de wereldwijde voedselverspilling;
  • Afschaffing of hervorming van subsidies die schadelijk zijn voor de biodiversiteit met ten minste 500 miljard dollar per jaar, en sterkere positieve stimulansen voor biodiversiteitsbehoud en duurzaam gebruik ervan.
  • Mobilisering van ten minste 200 miljard dollar per jaar uit openbare en particuliere bronnen voor financiering van biodiversiteit
  • Verhoging van de internationale financiële stromen van ontwikkelde naar ontwikkelingslanden van minstens 30 miljard dollar per jaar
  • Transnationale bedrijven en financiële instellingen verplichten om de risico’s en impact voor de biodiversiteit van hun activiteiten, portefeuilles en toeleverings- en waardeketens te monitoren, te beoordelen en transparant bekend te maken.

 

Financiering in het middelpunt

Financiering speelde een belangrijke rol tijdens COP15, waarbij de kernvraag was hoeveel geld de ontwikkelde landen naar de ontwikkelingslanden zullen sturen om het verlies aan biodiversiteit aan te pakken. Een speciaal trustfonds – het GBF-fonds – moet opgericht worden om de uitvoering van het GBF te ondersteunen, en een adequate, voorspelbare en tijdige geldstroom te garanderen.

De landen keurden ook een reeks verwante overeenkomsten goed om het GBF uit te voeren, onder meer inzake planning, monitoring, rapportage en evaluatie, allemaal van vitaal belang om vooruitgang te boeken. Of zoals in het GBF staat: om ervoor te zorgen dat er geen “verdere versnelling plaatsvindt van het wereldwijde tempo waarin soorten uitsterven, dat al minstens tientallen tot honderden keren hoger ligt dan het gemiddelde over de afgelopen 10 miljoen jaar”.

Vertaling op basis van een artikel van het VN-Milieuprogramma.

Meer informatie:

 

 

 

Meest recent