Faces of the UN, Christophe Verhellen

Christophe Verhellen dacht dat hij zijn hele leven voor radio en televisie zou werken, maar kwam per toeval in Oeganda terecht. Sindsdien reisde hij voor de Verenigde Naties (VN) de halve wereld rond, van Mauritanië tot Zuid-Afrika en van Kenya tot Afghanistan. Hij werkte voor de communicatieafdelingen van verschillende VN-agentschappen, zoals de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO), het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties (UNFPA), het Bureau voor de coördinatie van humanitaire aangelegenheden van de Verenigde Naties (OCHA), maar ook bij UNRIC Benelux! Wij hadden de unieke kans om hem te spreken vanuit Tsjaad.

Wat is je academische achtergrond en hoe heeft dit je carrière beïnvloed?

Ik ben eigenlijk radio- en tv-regisseur van opleiding. Ik heb op het RITSC gestudeerd, dat staat ver van het diplomatieke of van de VN. Tijdens mijn legerdienst ben ik op Studio Brussel begonnen, waar ik drie jaar heb gewerkt als redacteur en nieuwslezer. Op een bepaald moment was er een vacature via het Junior Professional Officers-programma (JPO): ze zochten iemand om radioproducers op te leiden in Oeganda. En zo ben ik begonnen. Dat land kwam net uit een burgeroorlog en moest volledig van nul worden opgebouwd – ook op vlak van media – en ze zochten jonge mensen om radioproducers op te leiden.

Wat houdt je huidige job in?

Momenteel werk ik voor UNICEF in Tsjaad. Ik ben hoofd communicatie van een team van acht mensen. Ons werk focust op drie aspecten. Allereerst is dat externe communicatie, dat is alles van sociale media, websites, communicatie naar donoren, communicatie naar overheden, communicatie naar het grote publiek… Daardoor moeten wij heel veel projecten bezoeken, foto’s nemen, verhalen schrijven en human interest stories brengen. Dat publiceren we op sociale media of voegen we bij rapporten voor donoren, zodat ze weten wat er met hun geld gebeurt.

Het tweede aspect is wat we youth engagement noemen, jeugdbetrokkenheid. We werken met jeugdgroepen, met scouting, we leiden jonge mensen op om radioprogramma’s te maken, we werken met jonge parlementairen of jongerenvertegenwoordigers in het parlement. Op die manier geven we jongeren de kans uit te drukken hoe zij hun toekomst zien en wat hun problemen zijn.

Het derde aspect is communication for development of C4D. Dat is ter ondersteuning van alle andere UNICEF-projecten. Als er een nieuwe poliocampagne is, kondigen wij dat aan via theater en lokale radio’s. Op dit moment bijvoorbeeld zitten we met cholera-uitbraak in het Zuiden van het land – dan zetten wij programma’s op om mensen te vertellen hoe ze kunnen vermijden dat ze besmet geraken.

Ik ben vooral bezig met de externe communicatie. Soms krijgen wij pers of goodwillambassadeurs op bezoek en dan begeleid ik hen. Een paar maanden geleden was hier bijvoorbeeld een Koreaanse beroemdheid met wie we vijf dagen projecten en een vluchtelingenkamp hebben bezocht.

Welk moment in je carrière bij de VN zal je altijd bijblijven?

Dat zijn er een hele hoop. Mijn eerste opdracht in Oeganda natuurlijk, want ik was 25 jaar toen ik vertrokken ben. Dat is iets dat altijd zal bijblijven, maar dat is eigenlijk meer de persoonlijke ervaring van wauw, dat was wel een belangrijke stap. Ik heb ook drie jaar in Zuid-Afrika gewoond en was daar tijdens de wereldbeker in 2010. We hebben toen heel veel kunnen doen rond aidsbestrijding. We hebben toen ook een liedje opgenomen rond de Millenniumdoelstellingen – de voorloper van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen – met sterren die onwaarschijnlijk bekend zijn in Afrika. Daarnaast heb ik ook drie jaar in Afghanistan gewoond, een hele andere wereld waar je constant werkt in vluchtelingenkampen, opgesloten zit in een compound en elke dag vreest voor een aanslag van de Taliban. Dat is iets dat je tekent en zeker ook een zware impact heeft op je familie.

Wat wordt er volgens jou over- of onderschat aan werken bij de VN?

Overschat is het feit dat mensen denken dat de VN het allemaal kan oplossen. Als er iets fout is, is het de schuld van de VN. Niet veel mensen weten dat de VN, in eender welk land, er is om de overheid te ondersteunen. Als de regering niet vooruitgaat, niet met ons wil samenwerken of ons niet aanvaardt, kunnen ze ons ook gewoon buitenzetten. Veel mensen overschatten eigenlijk de macht van de VN terwijl wij eigenlijk voor een groot stuk gebonden zijn aan de goodwill en het enthousiasme van de regering.

Wat onderschat wordt, is het leven dat je hebt als je vertrekt naar het buitenland. Velen denken dan wauw, die hebben een goed loon en mogen in dat land gaan rondtrekken, maar eigenlijk is het toch een grote opoffering. Hier bijvoorbeeld in Tsjaad hebben wij een avondklok. We mogen hier ook niet vrij op straat rondlopen. Tsjaad is het 3e armste land ter wereld, er is hier vrij veel kleine criminaliteit, je kan elk moment aangevallen worden. Je kan niet naar de voetbal, cinema het theater gaan.

Je laat uiteindelijk je familie achter. Vandaag lukt dat contact met famlie beter met Skype en sociale media, maar toch, je zit op een afstand. Voor veel mensen is dat psychologisch vrij moeilijk. Zeker voor mensen en jongeren die beginnen is dat iets dat zwaar onderschat wordt. Daarnaast heeft werken voor de VN een invloed op het leven van de mensen rond je. Er zijn dan ook veel mensen die na een paar jaar terug naar België gaan.

Welk advies zou je zelf geven aan jongeren die bij de VN willen werken?

Het is natuurlijk moeilijk voor Belgische en Nederlandse jongeren om binnen te geraken in de VN omdat wij nog altijd oververtegenwoordigd zijn als landen. Het is sowieso al niet makkelijk, maar als je het echt wil doen, dan mag je niet opgeven. Welk advies? Rondkijken. Ik ken heel veel mensen die met het JPO-programma begonnen zijn, maar dat ligt momenteel zo’n beetje plat. Een goede ingangspoort is het VN vrijwilligersprogramma (UNV). Iedereen denkt dat dat maar vrijwilligers zijn, maar die worden ook betaald. Werken voor non-gouvernementele organisaties is ook een goede instap.

Los van het JPO-programma moet je al vijf tot zeven jaar relevante ervaring hebben om te kunnen concurreren met de wereld – want uiteindelijk concurreer je met de wereld als je wilt solliciteren bij de VN. En er goed over nadenken, doorpraten en afspraken maken met de familie en vrienden zodat, zeker als je naar een moeilijke context gaat, dat contact kan blijven.

Is er iets dat je nog graag zou willen verwezenlijken in je carrière?

Ja, ik wil sowieso weer naar een family duty station gaan. Hier is het een non-family duty station, wat betekent dat zelfs mijn vrouw niet bij mij mag wonen en mijn kinderen niet op bezoek komen. Dat drukt op je relatie. Ik heb absoluut geen ambitie meer om naar België te gaan om daar iets te gaan doen in de privésector. Ik wil effectief mijn carrière bij de VN verderzetten, omdat ik onwaarschijnlijk overtuigd ben van het belang van het werk dat we hier doen. Ik weet nog heel goed dat wanneer ik vertrok bij Studio Brussel, mensen me gek verklaarden. Ik ben op dezelfde dag begonnen als mensen zoals Lieven Van Gils, Kathleen Cools, Chris Dusauchoit. Mensen zeiden: ‘Je kan hier beroemd worden.’ Maar weet je, als ik hier vijfduizend mannen kan overtuigen om een condoom te gebruiken zodat ze geen aids krijgen, is dat voor mij duizend keer belangrijker dan met je hoofd op de radio of televisie te komen. Als je een donor kan overtuigen om 350.000 vaccins tegen polio te kopen om kinderen hier te beschermen, is dat tienduizend keer belangrijker dan eender welke job die je kan doen in België.

We wensen je alvast veel succes!

Gezichten van de VN

Meest recent