Peter Van Laere

Peter Van Laere (België) is sinds 2015 het huidige hoofd Protocol op het VN-secretariaat in New York. Voordien was hij o.a. directeur management en administratie van de Economische en Sociale Commissie voor Azië en het Stille Zuidzeegebied (ESCAP), gevestigd in Bangkok.

Wat is uw academische achtergrond? Heeft deze keuze een invloed gehad op uw latere carrière?

Mijn academische achtergrond heeft een invloed op mijn carrière gehad. Na een klassieke opleiding Latijn-Wiskunde zou ik in principe doorgaan in een technisch of wiskundig domein, maar ik wilde iets anders gaan doen. Dus ben ik de sociaal-maatschappelijke richting ingegaan en heb sociale wetenschappen gestudeerd. Nadien heb ik me, als bijkomende studies, nog toegelegd op overheidsadministratie en contract management en later heb ik een cursus organisatieontwikkeling en change management gevolgd aan de John F. Kennedy School in Harvard.

Tijdens mijn loopbaan heb ik daarnaast ook opleidingen gevolgd in conflictbemiddeling, onderhandelen, leiderschap en integriteit, omdat ik het personeelsbeleid was ingegaan en ik vond het belangrijk om mijn organisatorische vaardigheden en capaciteiten te verrijken. In de loop van mijn carrière heb ik steeds getracht opleidingen te volgen die nuttig zijn voor mijn persoonlijke ontwikkeling in de context van mijn loopbaan. Ik ben blij dat ik de mogelijkheid heb gekregen om tijdens mijn loopbaan bijkomende cursussen te nemen.

De behoefte aan een sociaal-maatschappelijk relevante richting en mijn persoonlijke interesses hebben bijgedragen tot de mogelijkheid om in het buitenland te gaan werken. Ik ben begonnen als vrijwilliger bij een Duitse ontwikkelingsorganisatie (Malteser Hilfsdienst). Ik heb twee jaar ontwikkelingswerk verricht aan de grens tussen Thailand en Cambodja, waar ongeveer 350.000 Cambodjaanse vluchtelingen in een viertal kampen leefden. Ik heb twee jaar in een typisch Thaïs huis aan de grens met Cambodja gewoond, een goede ervaring. Dit was voor mij ook een eerste kennismaking met een totaal andere wereld. Het was natuurlijk niet altijd gemakkelijk, de conflicten tussen Cambodja en Vietnam bereikten een piekniveau, het zogenaamde Vietnamees offensief. Er waren wekelijks bombardementen aan de grens, zeker tijdens het droge seizoen. Gedurende die periode heb ik een totaal andere kant van het leven gezien dan het veilig en beschermend milieu waaraan ik gewend was in België. Dit heeft een grote invloed op mij gehad zowel persoonlijk als professioneel. Hoewel vaak moeilijk, beschouw ik het als een heel rijke en lonende ervaring, zowel op vlak van beroepservaring als op het gebied van mensenkennis.

Wat was uw eerste baan binnen de Verenigde Naties?

De humanitaire operatie aan de grens tussen Cambodja en Thailand werd beheerd en gefinancierd door de Verenigde Naties. Mijn werk bij de Malteser Hilfsdienst was mijn eerste directe contact met de VN. Ik had dagelijkse activiteiten met medewerkers van het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP), het Wereldvoedselprogramma (WFP), het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen (UNHCR) en uiteraard anderen die ter plaatse werkten voor internationale organisaties zoals het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) en Artsen Zonder Grenzen (AZG). Tot vandaag denk ik nog steeds met heel veel plezier terug aan die tijd: mensen ontmoeten van verschillende achtergronden en met rijke ervaringen en het goede werk dat we daar verricht hebben. Het heeft mij de mogelijkheid gegeven de positieve kant van de VN te zien: deze herinneringen helpen wanneer het moeilijk wordt om met de bureaucratie van de organisatie om te gaan.

Na Thailand/Cambodja was ik oorspronkelijk van plan om naar België terug te keren, maar ik vond het werk alsook de omgeving voldoende leuk en interessant om te solliciteren voor een positie bij de VN die vrijkwam op het kantoor in Bangkok. Ik heb dan in Bangkok gewerkt van 1986 tot 1990, voornamelijk rond het personeelsbeleid, budget en algemene administratie. Daarna heb ik een korte periode voor het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) in New York gewerkt, voor ik een jaar later opnieuw richting Cambodja ben vertrokken om de verkiezingen van 1992 voor te bereiden. Het was fantastisch om daar vele collega’s die eerder ook aan de grens werkten, opnieuw te ontmoeten.

Mijn positieve ervaringen in het buitenland tijdens de eerste 8 jaar hebben zeker een impact op mijn carrière gehad. Ik was niet uit België vertrokken met de idee nooit terug te keren; veel is automatisch verlopen omdat ik mij er goed bij voelde. Ik heb tijdens mijn carrière altijd positief gereageerd op opportuniteiten die zich aanboden, ik heb zelden neen gezegd en er altijd het beste van gemaakt: beetje van een ‘carpe diem’-attitude.

Wat houdt uw huidige baan in en wat zijn de meest uitdagende en de meest lonende aspecten ervan?

Mijn huidige job is een functie die uniek is binnen het kader van de VN en niet totaal lineair met de rest van mijn carrière. Ik had nooit de idee om hoofd van de dienst Protocol te worden hier op het hoofdkwartier in New York, maar eind 2014 was voormalig secretaris-generaal van de VN, Ban Ki-moon, op zoek naar een hoofd Protocol. Zijn bureau heeft mij toen gecontacteerd en gevraagd of ik bereid was deze functie te vervullen. Ik vond dat ik daarop moeilijk neen kon zeggen. Ik was tijdens mijn andere functies meerdere keren in contact gekomen met Mr. Ban Ki-moon en zijn team in Zuidoost-Azië en Korea, tijdens de crisis in Thailand, de tsunami en de verschrikkelijke overstromingen in 2011. Het was een toevallige samenloop van omstandigheden; in mijn toenmalige functie was ik verantwoordelijk voor allerlei aspecten van bezoeken van de Secretaris-Generaal aan Zuidoost-Azië o.a. Thailand, Myanmar en Laos, alsook Oost-Azië zoals Korea. Het is op die manier dat Mr. Ban me heeft leren kennen.

Ik bekleed mijn huidige positie sinds 2015. Het meest uitdagende aspect van deze functie is dat je bereid en bekwaam moet zijn om snel en verstandig te handelen in onvoorziene omstandigheden. Als dit niet gebeurt, kan dit leiden tot onaangename of ernstige misverstanden op het hoogste niveau. In de diplomatieke wereld is het de taak van een dienst Protocol om in geval van chaos oplossingen te vinden die de fundamentele onderhandelingsprocessen, officiële bezoeken en belangrijke vergaderingen niet beïnvloeden. Protocol is geen exacte wetenschap, maar eerder een kunst, je moet er affiniteit mee hebben en de nodige fijngevoeligheid aan de dag kunnen leggen.

Zoals in elke positie zijn er verschillende lonende aspecten. Hier word je bijvoorbeeld omringd door mensen die heel wat ervaring hebben in de diplomatie. De ambassadeurs van de permanente missies bij de VN zitten op één van de hoogste posities die je als diplomaat kan bemachtigen, deze posten zijn dan ook meestal voorbehouden voor topdiplomaten. Deze mensen hebben een hele goede kijk op de wereld, op multilaterale zaken en op de gevoelige aspecten van het werk van de VN. Het contact met deze topdiplomaten, of ze nu uit grote of kleine lidstaten komen, is een erg lonend aspect van mijn job. Ik heb enorm veel respect voor deze mensen en leer veel van hen bij. Ik heb de eer gehad om enkele maanden geleden onze Koninklijke Familie te mogen ontvangen bij de VN en voor de Algemene Vergadering kom ik in contact met staatshoofden. Ik sta dikwijls versteld van de eenvoud en vriendelijkheid van veel van deze topfiguren. Het is een eer om de eerste persoon te zijn die hen ontvangt wanneer ze aankomen in New York en degene die hen vaarwel zegt wanneer ze vertrekken.

Welke ervaring of functie binnen het VN-systeem of welk land is voor u het meest gedenkwaardig geweest?

Het is moeilijk om een land of functie te identificeren als de meest gedenkwaardige; elke ervaring was uitzonderlijk. Aan de grens tussen Thailand en Cambodja heb ik twee jaar gewerkt met mensen die soms voor langer dan tien jaar nooit de kans hebben gekregen het vluchtelingenkamp te verlaten en dit doet je stilstaan bij het leven. Om deel uit te maken van de bevrijding van hun moederland is op zijn minst uniek te noemen, iets wat we jammer genoeg te weinig zien in deze wereld. Het rekruteren van 1.000 mensen aan lokaal personeel in zes maanden tijd ter voorbereiding van verkiezingen, heeft een grote invloed op mijn carrière gehad alsook op mijn persoonlijke leven. Later heb ik dan de kans gekregen nieuwe kantoren te openen in Maleisië, Korea, Kazachstan en India. Ik heb allerlei crisismomenten meegemaakt, beleefd en gezien en het zijn allemaal erg tekenende herinneringen waarbij je af en toe stil blijft staan.

Ik heb mijn carrière werkelijk geleefd, niet enkel beroepsmatig maar ook persoonlijk en ik beschouw mijzelf als fortuinlijk dat ik dit alles heb meegemaakt en altijd kansen heb gekregen om nieuwe ervaringen op te bouwen.

Welk advies zou u geven aan jongeren die vandaag een carrière bij de VN willen beginnen?

Ik raad iedereen die ‘the spirits of working overseas’ wil meemaken aan, om geen enkele kans voorbij te laten gaan. Zoals men kan opmaken uit deze reeks ‘Gezichten van de VN’ hebben sommige mensen de opportuniteit een meer stabiel leven te leiden binnen de VN, wat verstaanbaar is. Mijn persoonlijke situatie liet het toe om mobiel te zijn en te blijven en van de ene naar de andere locatie of organisatie te gaan, wat niet voor iedereen even gemakkelijk is. Ik geef jongeren daarom de raad om als het mogelijk is eerst op het terrein te gaan werken en voldoende ervaring op te doen, want aan het begin van een carrière is men vaak mobieler, met meer vrijheid en mogelijkheden. Dit kan een goede basis vormen om later een meer stabiele carrière op te bouwen. Het is natuurlijk niet altijd evident om familie en een dergelijke carrière te combineren. Ik heb heel wat vrienden en collega’s waarvan de familie toegevingen heeft moeten doen om hen een carrière binnen de VN te laten opbouwen. Dat is dan de prijs die men betaalt, daar heb ik erg veel respect voor.

Ik ga elk jaar naar Japan waar ik een introductieprogramma leid voor ‘young professionals’ die voor de VN beginnen te werken. Daar tracht ik ook de boodschap over te brengen om op korte termijn niet te ambitieus te willen zijn. Er is een Japanse uitspraak die luidt: “Als je echt gehaast bent, is het soms beter even een ommetje te maken”. In de beginfase van een carrière bij de VN heeft men meer mogelijkheden om verschillende organisaties, functies en plaatsen te leren kennen. Ik raad jongeren aan om zoveel mogelijk te leren en ervaring op te bouwen. Dit is soms beter dan meteen te focussen op een specifiek doel en zeker bij het werken op het terrein word je minder beïnvloed door de enorme bureaucratie van de VN, die vaak voor frustratie zorgt.

Ikzelf heb nooit een plan opgesteld over dingen die ik de komende vijf of tien jaar wilde bereiken. Dit lijkt anderszijds misschien logisch of praktisch maar het kan ook beperkend werken; ik vind het belangrijk om flexibel te zijn. Dit geldt voor werken binnen de VN, maar even goed voor andere internationale organisaties. Ik heb steeds om de zoveel jaar een nieuwe uitdaging gezocht. Ban Ki-moon sprak altijd over ‘complacency’, tevreden met jezelf zijn. Hij was van mening dat je nooit helemaal tevreden kon zijn in een positie, omdat er altijd dingen zijn die je nog kan leren. Dit is misschien wel één van de redenen waarom ik in mijn huidige positie ben beland. De VN biedt zo veel mogelijkheden. Ik heb voor zes verschillende organisaties binnen de VN gewerkt en hoewel ze allemaal tot het VN-systeem behoren, hebben ze elk hun eigen mandaat, identiteit, mentaliteit en specifieke werkcultuur. Voor mensen die naar stabiliteit zoeken, is dit allicht minder aantrekkelijk en ik ga er mee akkoord dat het soms heel moeilijk kan zijn. Het vergt heel wat sociale en culturele aanpassing, maar je leert er ook heel veel van. Dankzij deze veelzijdigheid heb ik nu een bredere blik op de VN, de multilaterale diplomatie, hulpverlening, de internationale politiek en uiteraard ook op het dagelijkse leven. Een carrière bij de VN is zeker niet altijd rozengeur en maneschijn, maar in elke carrière zijn er enerzijds plezierige momenten en anderzijds frustraties. Het is belangrijk te kunnen relativeren, te beseffen dat er ook aan moeilijke situaties een einde komt. “Keep good memories of the past, because they will determine the future. It’s good to learn from bad experiences, not to dwell on them.” De hoop opgeven is meestal geen goed idee. Het is heel belangrijk de moed erin te houden, zeker in de wereld van vandaag waarin we dagelijks geconfronteerd worden met zoveel oorlog, armoede en ellende. Dit geldt voor de VN, maar ook voor andere internationale en ontwikkelingsorganisaties. Ik geloof er zelf nog altijd in dat de VN er is om aan een betere wereld te werken. Tot slot zou ik graag nog empathie aanhalen, één van de belangrijkste skills die men moet hebben. Dit is zeker het geval op het niveau van humanitaire hulpverlening. Medeleven, begrip en appreciatie zijn onmisbare vaardigheden in het dagelijkse werk.

Ontdek onze andere Gezichten van de VN.

Gezichten van de VN

Meest recent