“Ik heb altijd de neiging het glas halfvol te zien”

Faces of the UN: Fabrice Leclercq, een Belg in Haïti, overtuigd van de impact van zijn werk op de bevolking van het land.

Fabrice Leclercq, Coördinator van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) in Haïti, werkt sinds twee jaar opnieuw buiten het hoofdkantoor. Het doel van zijn belangrijkste projecten? Waardig werk ontwikkelen, duurzame bedrijven promoten en de jeugd opleiden om het land herop te bouwen. Hoe staat Haïti weer op na de tragische aardbeving van 2010? Waar staan we tien jaar later en welke uitdagingen zijn er nog? Een ontmoeting.

Wat is uw universitair en professioneel parcours?

Ik heb een licentie in bedrijfsbeheer behaald aan de Universiteit van Luik. Daarna heb ik een master in verantwoordelijk toerismemanagement gedaan aan de Leeds Metropolitan Universty in Engeland.

Ik ben mijn carrière begonnen in de Belgische privésector gedurende tien jaar. Daarna heb ik drie jaar bij de VN gewerkt als Junior Professional Officer. Eerst twee jaar in Pretoria, Zuid-Afrika, daarna een jaar in de hoofdzetel van het Internationaal Arbeidsbureau (IAB). Vervolgens heb ik een baan aangenomen bij het Internationaal Handelscentrum, waar ik gedurende tien jaar een internationaal programma leidde voor de vermindering van armoede door export en toerisme in Latijns-Amerika, Afrika en Azië.

Ik zette mijn professioneel parcours verder als consultant, voornamelijk in het domein van toerisme. Ik kreeg een positie aangeboden als CEO van een nieuwe touroperator in Ghana. Later werkte ik via een contract met de Wereldbank als adviseur voor de Minister van toerisme in Madagaskar.

Daarna solliciteerde ik voor verschillende posities in het buitenland, waaronder de positie als Coördinator van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) in Haïti. Ondertussen doe ik deze job al bijna twee jaar. Eén van de belangrijkste redenen dat ik deze job heb gekregen, is omdat ik perfect drietalig ben. Dat is een onmisbare troef: ik spreek vloeiend Frans, Engels, Spaans, maar ook Portugees. Sinds ik in Haïti aangekomen ben, ben ik ook aan Creools begonnen!

Fabrice Leclercq met vertegenwoordigers
Fabrice Leclercq omringd door de Minister van Sociale zaken en Arbeid, de President van de Kamer van Koophandel en de Vertegenwoordiger van Werkgevers, en de Vertegenwoordiger van Werknemers in Haïti.

Wat houdt je huidige job in? Wat zijn de moeilijkste aspecten en waar haal je het meest voldoening uit?

In Haïti zijn de noden enorm groot, om niet te zeggen gigantisch. Idealiter zou er een Marshall Plan moeten zijn op maat van het land voor zijn heropbouw en ontwikkeling. Daarnaast hebben religie en politiek een totale greep op de bevolking. Met, helaas, extreme armoede tot gevolg.

Zelfs al heb ik altijd de neiging het glas halfvol te zien, toch was dit jaar eerder moeilijk dan bevredigend, omdat er sinds 18 maart 2019 geen regering meer is. Het IAB werkt in Haïti met drie verschillende niveaus samen: met de overheid, werkgevers en werknemers. Als één van deze actoren wegvalt – ook nog eens de belangrijkste -, is het moeilijk om sommige zaken te realiseren.

Op een meer persoonlijk vlak: Haïti is een ‘non-family duty station’. Dat wil zeggen dat ik ver van mijn kinderen woon. Elke acht weken heb ik recht op een week verlof om mijn familie te zien. Ook dat maakt deel uit van de realiteit waar je mee moet omgaan.

Naast deze uitdagingen werk ik dagelijks rond vijf projecten die een aanzienlijke impact hebben op de Haïtiaanse bevolking. Ik heb een dubbele job: enerzijds ben ik coördinator van alle projecten van het kantoor, anderzijds ben ik de voornaamste technisch adviseur van een project om werkgelegenheid te creëren via milieubeheer. Het eerste project, het meest bekende en meest zichtbare, heet ‘Better Work’. Het werd twee jaar geleden gelanceerd met de Wet Hope die Haïtiaanse en buitenlandse bedrijven toestaat kleding belastingvrij naar de Verenigde Staten te exporteren. Het project creëerde zo 55.000 banen. Het tweede project werkt rond jongeren die huishoudelijk werk doen. We verzekeren dat ze niet worden misbruikt, zowel op het vlak van het salaris dat ze krijgen als in de taken die ze uitvoeren. Om hun toekomstige inzetbaarheid op de arbeidsmarkt te verzekeren, bieden we hen ook vormingen aan in groeisectoren zoals automechanica, naaiwerk en de ambachtelijke sector. Het derde project bestaat uit het organiseren, samen met UN Women en het  VN-Milieuprogramma, van professionele opleidingen op vlak van landbouw, verwerking van landbouwproducten en visserij, de dominante sectoren in Haïti. Het vierde project gaat over non-discriminatie op de werkvloer van mensen met hiv of aids. Tot slot bestaat ons vijfde project uit de reiniging van een kanaal in het Drouillard district in de sloppenwijk Cité Soleil (zo’n 400.000 inwoners), de grootste in Haïti waar extreme armoede heerst. Ons doel is om 250 mensen op te leiden voor het verzamelen, sorteren en recycleren van afval tot commercialiseerbare modeproducten of producten van artisanaal vakmanschap. Op die manier pakken we meerdere problemen tegelijkertijd aan. We zorgen voor werkgelegenheid voor jongeren en pakken geweld in hun gemeenschap aan, want door hen een concrete bezigheid aan te bieden, gaan de jongeren eerder werken aan de toekomst van hun gemeenschap dan meedoen aan bendeactiviteiten. Op lange termijn zouden we dit project graag op grotere schaal implementeren in andere delen van het land, want het afvalbeheerprobleem is nationaal.

Fabrice Leclercq met de burgemeester van Cite de Soleil
Fabrice Leclercq met de burgemeester van Cite de Soleil tijdens de lancering van het project.

Welke momenten uit je carrière zijn je het meest bijgebleven?

Wanneer ik terugkeerde naar Ethiopië drieënhalf jaar nadat ik irrigatie-installaties had laten installeren, kon ik de nieuwe apparatuur zien waarover ze beschikten en de verbetering van hun levensomstandigheden. Toen ik hun gezichten zag oplichtten bij mijn aankomst, zou ik zelfs geen vijf frank in mijn zak gewild hebben. Met andere woorden, ik zou de tevredenheid op hun gezichten voor geen geld van de wereld willen wisselen.

Een ander moment gaat over mijn project voor inclusief toerisme in Bahia, in het Noordoosten van Brazilië. Het was oorspronkelijk ontwikkeld voor een van de hotelcomplexen aan de Costa dos Coqueiros, maar ik was verbaasd toen ik me realiseerde dat het mogelijk was dit project aan de volledige kustlijn, zo’n 70 kilometer lang, uit te breiden met een tiental hotelcomplexen.

Welk advies zou je zelf geven aan jongeren die bij de VN willen werken?

Ik zou alle jongeren aanraden vanaf de jongst mogelijke leeftijd te reizen, dat is de meest efficiënte manier om talen te oefenen. Ik zou hen zeggen niet te aarzelen om zich in te zetten in vrijwilligersprojecten en hun tijd door te brengen in landen waar internationale samenwerking onmisbaar is. Ik zou hen eigenlijk aanraden om onderwijs, talenkennis en praktijkervaring te combineren. En het is nooit te vroeg om dat te doen!

Ontdek onze andere Gezichten van de VN.

Gezichten van de VN

Meest recent