Michèle Coninsx

Michèle Coninsx (België) is sinds 2017 directeur van het Directoraat van het antiterrorismecomité (CTED) dat bevoegd is voor de evaluatie van anti-terreurmaatregelen wereldwijd. Voordien was ze o.a. voorzitter van Eurojust, nationaal magistraat en expert in luchtvaartveiligheid bij de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO).

Wat is uw academische achtergrond en hoe heeft dit volgens u uw carrière beïnvloed?

Ik ben jurist en criminoloog van opleiding en behaalde daarnaast ook een aggregaat om les te kunnen geven. Ik heb mij later gespecialiseerd in de luchtvaart en luchtvaartveiligheid en heb de mogelijkheid gehad mijn verschillende opleidingen in meerdere functies te kunnen combineren.

Voornamelijk mijn opleiding in de criminologie heeft mij de weg geleid naar justitie en magistratuur. Ik liep ook stage op de luchthaven waar ik de kans gekregen heb om bijkomende opleidingen te volgen in luchtvaartveiligheid en zo heb ik ook de stap kunnen zetten om als expert in luchtvaartveiligheid voor de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) aan de slag te gaan. Voor een periode van negen jaar heb ik dit werk gecombineerd met mijn werk als jonge magistraat, eerst in Dendermonde en later in Brussel. Op deze manier heb ik mijn verschillende diploma’s kunnen gebruiken en dus zou ik zeker willen beamen dat dit mijn carrière beïnvloedt. Nadien heb ik het geluk gehad om van het nationale niveau naar het Europese en vervolgens ook het internationale niveau te kunnen doorgroeien.

Wat was uw eerste job binnen de Verenigde Naties?

Mijn eerste job binnen het VN-systeem is mijn huidige job, die ik sinds november vorig jaar uitoefen. Een bijzonder leerrijke ervaring. Ik was in mijn vorige functies als magistraat, expert of als voorzitter van Eurojust ook al wel eens uitgenodigd als spreker, maar dit is mijn eerste ervaring binnen de Verenigde Naties.

Wat houdt uw huidige job in en wat zijn de meest uitdagende en de meest lonende aspecten ervan?

Mijn huidige functie werd in december 2017 gedefinieerd door de VN-Veiligheidsraad. De resolutie die hierover werd aangenomen, stelt dat de organisatie die ik op dit ogenblik leid, het Directoraat van het antiterrorismecomité (CTED), bevoegd is voor de evaluatie van anti-terreurmaatregelen wereldwijd, in alle 193 lidstaten van de VN.

Die evaluaties zijn onze belangrijkste eerste taak. Dit houdt in dat onze experten zich ter plaatse begeven en alle mogelijke anti-terreurmaatregelen op een betrouwbare en objectieve manier onderzoeken, rekening houdend met alle resoluties van de Veiligheidsraad van de afgelopen jaren. Het gaat hierbij om thema’s zoals bijvoorbeeld de financiering van terrorisme tot de aanpak van terugkerende Syriëstrijders of foreign terrorist fighters.

Michele in een vergadering.
Michèle in een vergadering.

De tweede taak die we moeten uitvoeren, is het opvolgen van de evoluties en trends op het vlak van terrorisme en deze meedelen aan de rest van de wereld.

Onze derde taak is het aanreiken van expertise op het gebied van anti-terreurbeleid. Net omwille van de evaluaties die we uitvoeren en de kennis die we vergaren, zijn we het best geplaatst om deze expertise te verschaffen.

Deze taken vereisen een multidisciplinaire aanpak en gaan gepaard met een grote complexiteit, wat inhoudt dat er heel veel vragen bij komen kijken zowel op technisch als operationeel vlak. Dit is uiteraard heel uitdagend. Om onze taken uit te voeren, werken we zowel met regionale experten (voor Afrika, het Midden-Oosten, Amerika en Azië) als met experten rond een bepaald thema, zoals bijvoorbeeld ICT, financiering of mensenrechten. Wanneer ik zelf de missie leid, heb ik contact met alle betrokken beleidsmakers: de staatshoofden, ministers van onder meer buitenlandse zaken, binnenlandse zaken, justitie en defensie, tot de ministers van opvoeding en jeugd. Tot nu toe hebben we meer dan 100 landen bezocht in 150 missies, de beslissing hierover ligt bij de Veiligheidsraad. Uiteraard gaat onze aandacht in de eerste plaats naar landen die het meest lijden onder terrorisme en dus het meest nood hebben aan onze hulp. Dit zijn voornamelijk landen in West-Afrika, het Midden-Oosten, Centraal-Azië en Zuidoost-Azië. Onze evaluaties dienen ertoe te gaan kijken in welke mate en waar precies onze steun nodig is. We werken hiervoor ook samen met de andere betrokken entiteiten binnen het VN-systeem, op die manier kunnen we er beter voor zorgen dat wat we doen zin heeft en een effectieve impact heeft. In de landen waar we naartoe gaan is het soms moeilijk om te bepalen waar ons werk begint en waar het eindigt, het is de bedoeling er een sterke keten uit te bouwen op basis van de sterkste en niet de zwakste schakel. Hierbij mogen we niets over het hoofd zien en moeten we heel erg op de tendensen inspelen.

Een tweede grote uitdaging is het opvolgen van het globale klimaat op het gebied van terrorisme. Hiervoor moeten we gaan kijken naar de problemen vandaag in vergelijking met bijvoorbeeld 20 of 30 jaar geleden en hoe we deze het best aanpakken. Dit moet gebeuren voor elk land, elke regio en op internationaal niveau, zeker geen evidente opdracht. Veiligheid verzekeren vereist rekening houden met enorm veel verschillende zaken en een samenhang creëren tussen nationale regels en wetgeving, internationale conventies en veiligheidsraadresoluties. Het is van zeer groot belang duidelijk te maken dat de resoluties van de Veiligheidsraad voorrang horen te krijgen in de implementatie van de wetgeving. Maar dit is niet iets wat je zomaar ‘top-down’ oplegt. Het is de boodschap die je moet overbrengen en je moet duidelijk maken dat dit in het internationaal en nationaal belang is. Wanneer dit niet gebeurt, kan je de kans missen om terroristische aanslagen te vermijden.

Een derde persoonlijke uitdaging was het op korte tijd onder de knie krijgen van de Verenigde Naties. Ik kwam aan op een moment waarop we als organisatie voor zeer grote beslissingen stonden i.v.m. twee resoluties van de Veiligheidsraad: een eerste over het mandaat van het Directoraat van het  antiterrorismecomité zelf en een tweede over foreign terrorist fighters. De eerste maanden lag de focus heel erg op deze twee resoluties en moest ik tegelijkertijd alle verschillende entiteiten en afkortingen binnen de VN leren kennen. We hebben nu gelukkig een zeer sterk en robuust mandaat om verschillende zaken aan te kunnen pakken in de komende vier jaar.

Michele in actie
Michèle in actie

Met dit takenpakket is mijn functie vast en zeker uitdagend, maar ook heel leerrijk. Ik beschouw het niet echt als een job maar eerder als een missie. De functie vereist verschillende uiteenlopende vaardigheden zoals efficiëntie, diplomatie, politieke gevoeligheid, techniciteit en strategisch inzicht. In mijn geval komt daar ook nog leiderschap bij kijken. Je hebt vaak nood aan ‘people management’ en ‘change management’. Ik heb meer dan vijf jaar lang Eurojust geleid in heel moeilijke omstandigheden omwille van terrorisme, cyber security en illegale migratie. Het was moeilijk de juiste budgetten te creëren en strategisch de juiste prioriteiten te bepalen om op operationeel vlak het verschil te maken. Ik heb er slapeloze nachten door beleefd, maar er ook veel uit geleerd en dit is nuttig gebleken in mijn huidige functie.

Wat wordt er volgens u over- of onderschat aan werken voor de Verenigde Naties?

Ik geloof absoluut in de meerwaarde van multilateralisme en de Verenigde Naties in mijn domein. Indien je hier niet in gelooft, dan houd je dit niet vol. Ik ben tot op heden ook nog niet ontgoocheld geweest over de aanpak van de VN in mijn domein. De uitdagingen zijn zeer complex en het is zeker niet gemakkelijk, maar het is ook geen mission impossible. Dit is ook de reden waarom we samenwerken met de andere entiteiten binnen het VN-systeem zoals het VN-Secretariaat, het Departement Vredesoperaties (DPKO), het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP), UN Women en vele anderen. Dit gaat natuurlijk niet altijd even snel maar het is de beste manier om bruggen te bouwen en met de lidstaten te praten. Ik ben ervan overtuigd dat de VN op deze manier een deel van de oplossing kan aanreiken. De dag dat ik hier niet meer in geloof, zal ik dit soort beroep niet meer uitoefenen.

Welk concreet advies zou u geven aan jongeren die vandaag een loopbaan bij de VN aspireren?

Ik vind het een beetje vreemd om af te studeren en meteen te zeggen: “Morgen begin ik te werken bij de Verenigde Naties.”. Bij bijvoorbeeld het parket dien je ook eerst onderaan de ladder te beginnen met burenruzies, diefstallen en slagen en verwondingen en zo klim je geleidelijk aan hogerop en vervolg je terreurdaden. Voor diplomaten en hooggeplaatste politici geldt hetzelfde systeem. Succes komt niemand in de schoot vallen. Het is heel belangrijk om de nodige bagage op te bouwen. Hoe meer gediversifieerde diploma’s je hebt, hoe meer talen je spreekt en hoe meer ervaring je hebt in een bepaalde niche, hoe groter de kans dat je in het oog zult springen. Ik raad jongeren aan om te specialiseren in een bepaald domein en daarin te excelleren. Je moet in het achterhoofd houden dat je bij een sollicitatie concurreert met anderen die ook meerdere diploma’s en misschien zelfs meer werkervaring hebben, dus je moet een meerwaarde kunnen bieden. Dit zal je helpen jezelf te  kunnen onderscheiden van die grote groep. Dit allemaal gaat bovendien, zoals ik zelf ervaren heb, gepaard met een flinke dosis geluk. De juiste mensen op de juiste plaats tegenkomen. Het is een combinatie van geluk, hard werken en geloof in wat je doet.

Ontdek onze andere Gezichten van de VN.

Gezichten van de VN

Meest recent