“Wat me het meest motiveert, is het vinden van oplossingen die de mens centraal stellen”

Faces of the UN: Henk Van Renterghem, Senior Adviseur bij het VN-aids-programma

Voor onze reeks Faces of the UN interviewden we Henk Van Renterghem. Hij is één van de mensen die timmert aan de moeilijke weg naar een hiv/aids-vrije wereld tegen 2030. In de aanloop naar Wereldaidsdag (1 december) vertelt hij ons hoe hij van Europa naar Afrika en terug is gekomen, blijvende connecties heeft opgebouwd, en waarom hij het allemaal doet. Een inspirerend gesprek met over power to the people, het belang van gemeenschappen en bergen in Namibië.

Wat heb je gestudeerd? Hoe ben je bij UNAIDS terechtgekomen? 
En zijn er vorige werkervaringen die mee hebben bijgedragen aan waar je nu staat?

Toen ik moest kiezen wat ik wou gaan doen na mijn middelbare studies, heb ik gekozen om Afrikanistiek aan de Universiteit van Gent te studeren, wat achteraf heel is nuttig gebleken voor mijn werk in het domein van hiv en aids. Ik heb dan na die studies nog een master in ontwikkelingssamenwerking gedaan in Gent, met als optie ontwikkelingsplanning en economie.

Wat ook belangrijk was voor mijn carrière, is dat ik tijdens mijn studies drie maanden veldwerk deed in Burundi. Ik deed er een enquête in het domein van volksgezondheid. In die periode, midden jaren ’80, stond de aids-epidemie in het midden van de belangstelling. Toen ontwikkelde zich mijn interesse.

Na mijn studies werkte ik mee aan een aantal onderzoeksprojecten rond hiv bij het Instituut voor Tropische Geneeskunde. Dat heeft eigenlijk de aanzet gegeven voor mijn verdere carrière. Daarna kreeg ik de kans om bij het Instituut voor Hygiëne en Epidimologie (de voorloper van het huidige Sciensano, nvdr) in Brussel mee te werken aan een epidemiologisch onderzoek rond hiv en aids. Maar dan begon het toch opnieuw te kriebelen om naar het buitenland te vertrekken, ik ben toen als Junior Professional Officer naar Burkina Faso voor UNFPA (Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties, nvdr) gaan werken. In die drie jaar heb ik binnen UNFPA het nationale aids-programma voor Burkina Faso ondersteund, waarbij onderzoek en samenwerken met organisaties van mensen met hiv,  kwetsbare groepen en lokale gemeenschappen centraal stond.

Daarna ben ik direct kunnen beginnen bij de International HIV/AIDS Alliance, een internationale ngo in Burkina Faso die  echt een pioneer was. Het idee was power to the people, de focus lag op samenwerken met gemeenschappen op verschillende niveaus zodat ze als volwaardige partners bij konden dragen aan de strijd tegen aids in Burkina Faso. Ik ben in totaal tien jaar in Burkina gebleven. Die tien jaar in Burkina hebben me enorm verrijkt als mens en ik heb daar mijn vrouw leren kennen. Dat is een blijvende connectie. Na Burkina Faso ben ik naar Johannesburg getrokken, als regionaal adviseur in het UNAIDS regionaal kantoor voor Oostelijk en Zuidelijk Afrika. Zo ben ik bij UNAIDS terechtgekomen. Daarna ben ik nog naar Namibië vertrokken als landcoördinator en uiteindelijk naar het hoofdkantoor in Genève, waar ik nu nog zit.

Wat houdt je job in?

Om dat uit te kunnen leggen, moet ik eerst samenvatten wat UNAIDS eigenlijk doet. UNAIDS coördineert en leidt de wereldwijde aids-respons. Het belangrijkste element daarbij is de politieke verklaring van de Verenigde Naties, gemaakt tijdens de high level political meeting die elke vijf jaar plaats vindt. In die politieke verklaring leggen VN lidstaten vast wat de wereld zal doen om aids te bestrijden. De laatste is van 2016 en de ambitie daarin vastgelegd is om aids te beëindigen tegen 2030. UNAIDS heeft daarin het mandaat om landen te ondersteunen in hun implementatie van die verklaring en om te monitoren en te rapporteren over wat er gedaan wordt en of er vooruitgang wordt geboekt.

Ik werk in het programmadepartement. Daar bundelen we alle middelen, niet alleen financiële, maar ook technische middelen en personeelsbehoeften. Daarmee ondersteunen we de formulering en de implementatie van activiteiten van onze nationale en regionale bureaus in samenwerking met de VN agentschappen die deel uitmaken van het UNAIDS gemeenschappelijk programma. Die programmaondersteuning voor de lokale kantoren omvat het uitzetten van prioriteiten, begeleiding, het uitwisselen van best practices en andere informatie, beleidsbepaling en programmatie. Aids is de ziekte die men het beste kent ter wereld: er is enorm veel onderzoek en ervaring uit de praktijk. Wij functioneren als filter om die kennis in onze programma’s in te bouwen. Onze kennis van de epidemie en wat werkt in de preventie van hiv en behandeling van aids wordt steeds verfijnder en dat maakt dat onze ondersteuning van landen constant evolueert. Wat me het meest motiveert, is het analyseren van problemen en het vinden van oplossingen die de mens en gemeenschappen centraal stellen, en helpen om hen te empoweren.

Henk Van Renterghem at UNAIDS Conference
Tijdens de World AIDS Conferentie 2018 in Amsterdam. © UNAIDS

Waar lig je ’s nachts van wakker?

Wat me laatste tijd bezig houdt is de ongelijkheid in de aids-respons. We hebben een gigantische vooruitgang gemaakt in de aids-respons. Begin jaren 2000 begonnen we meer behandelingen ter beschikking te stellen in Afrika. Toen was het doel three by five: 3 miljoen mensen op retrovirale behandeling tegen 2005. Nu zijn er bijna 25 miljoen mensen met hiv die toegang hebben tot de nodige behandeling op een totaal van een geschatte 38 miljoen mensen met hiv. Maar we ons moeten blijven inspannen om een einde te maken aan aids tegen 2030. Wat me wakker houdt, is dat de behandelingen en preventie vaak ruim beschikbaar zijn, maar dat er tegelijkertijd barrières zijn voor de meest kwetsbare mensen zoals sekswerkers, druggebruikers, migranten, homoseksuelen en transgenders, terwijl  zij  juist het meeste nood hebben aan behandeling en ondersteuning. Die barrières vinden vaak hun oorsprong in discriminerende wetgeving, juridische belemmeringen, stigma en  mensenrechtenschendingen. Soms is het ook gewoon zo dat mensen niet op de juiste plaats geholpen worden of het aanbod niet aangepast is aan wat de ze nodig hebben. Het is cruciaal dat er geen mensen worden achtergelaten. Daarom ook het thema van de Wereldaidsdag: het absolute belang van samenwerken met gemeenschappen om er voor te zorgen dat iedereen toegang heeft tot levensreddende preventie,  medische behandeling en zorg. Power to the People.

Welke momenten uit je carrière zijn je het meest bijgebleven?

Een paar momenten vanuit het begin van mijn carrière zijn me sterk bijgebleven, zoals de studie over de levenskwaliteit van mensen met hiv in België waar ik bij het Instituut voor Tropische Geneeskunde aan meewerkte. De verhalen van de mensen met hiv over wat ze meegemaakt hadden, maar vooral ook de moed en hoe ze op dat moment omgingen met hun ziekte – er was toen nog geen behandeling beschikbaar – zijn me bijgebleven. Dat zorgde ook voor inspiratie en motivatie om rond hiv verder te werken.

Een ander moment was in Namibië, toen we een evenement ondersteunden van een diverse groep jonge vrouwen – kunstenaars, slachtoffers van gendergerelateerd geweld, activiste

Henk Van Renterghem in Namibië
Henk in Namibië

s. Het doel was om de hoogste berg in Namibië te beklimmen, de Brandberg. Die is zo’n 2000 meter hoog. Ik ben toen meegegaan en het was een extreem fysieke ervaring, maar ook een fantastische ervaring. Tijdens de expeditie bedachten we dan hoe we de campagne tegen geweld tegen vrouwen en de link met hiv in Namibie, wat toch wel heel prangend probleem was en toen bijna niet bespreekbaar, zouden verderzetten.

Wat wil je nog graag verwezenlijken in je carrière?

Ik zou vooral willen bijdragen aan een aantal innovaties en oplossingen die een verschil kunnen maken. Met kleine initiatieven, zoals het onder de aandacht brengen van het onderzoek naar een definitieve behandeling  voor aids  van professor Linos Vandekerckhove van de Universiteit Gent, kan je een thema vooruit duwen. Dat is het voordeel van de VN: je kan echt het verschil maken. Vooral rond het probleem van ongelijkheid zou ik ook graag nog meer werken.

En als ik even luidop mag dromen… In theorie zou mijn pensioen ongeveer samenvallen met ons doel om aids uit de wereld te helpen tegen 2030. Dan zou ik het hele verhaal hebben meegemaakt, van het begin van aids in de jaren ’80 tot het einde. Ook de link met de andere SDG’s (het beëindigen van aids is één van de subdoelstellingen, nvdr) wil ik nog meer kunnen onderbouwen.

Welk advies zou je zelf geven aan jongeren die bij de VN willen werken?

Er zijn wel een paar dingen die ik zou willen meegeven. Allereerst, besef hoe bevoorrecht je bent en geniet van de unieke ervaring. Zelfs als de realiteit en de bureaucratie soms frustrerend en traag zijn, neem een positieve houding aan. Besef dat, hoe klein je bijdrage ook is, je kan echt wel verandering kan teweegbrengen. Hou ook een open mind, luister naar mensen, luister naar de landen. We hebben echt innovatie nodig, maar ook mensen.

Een heel praktisch advies is om ook ervaring op te doen buiten de VN. We zien hier vaak stagiaires bij UNAIDS en hun ambitie is om te beginnen werken bij de VN. Ik raad hen altijd aan om eerst iets anders te doen. Of blijf een paar jaar en ga dan een tijdje ervaring opdoen voor je terugkomt. Of het nu in de privé-sector is, voor de overheid, een NGO of als zelfstandige, je moet die ervaring binnenbrengen. Dat is een meerwaarde.

Ontdek onze andere Gezichten van de VN.

Gezichten van de VN

Meest recent